Vandaag is de rechtszaak tegen EU lidstaat Spanje begonnen. Onder toeziend oog van de internationale pers beschuldigen de Catalaanse politici en burgerleiders de regeringen van Spanje, de PP regering van Mariano Rajoy en de PSOE regering van Pedro Sánchez, dat zij van een politieke onenigheid een juridische zaak hebben gemaakt. In plaats dat zij de wens van de Catalanen om onafhankelijk van Spanje te worden oplossen door te praten, te overleggen en er over te stemmen, heeft Spanje de organisatoren van het referendum over de Catalaanse onafhankelijkheid voor het gerecht gesleept.
De Audiencia Nacional en het Hooggerechtshof hebben de politici en de burgerleiders vervolgens onder valse voorwendselen van hun vrijheid beroofd en hen in het schavot gestopt. Het Openbaar Ministerie van Spanje heeft toen, samen met de onderzoeksrechter van het Hooggerechtshof, de Audiencia Nacional en andere rechtbanken een politieke proza tegen de politici en burgerleiders opgesteld wegens rebellie en aanzet tot tumulteuze opstand. Het Spaanse OM baseert haar aanklacht op geen enkel feit, want die zijn er gewoonweg niet.
Het gerechtelijk vooronderzoek zit dusdanig vol met juridische ongeregeldheden dat zij bij de Europese aanvragen voor uitlevering van de Catalaanse politici de justitie elders in Europa tot wanhoop bracht. Maar het resulteerde niet tot uitlevering. De Duitse justitie van Sleeswijk-Holstein weigerde de leider van de zogenaamde ‘tumulteuze opstand’, de Catalaanse president Carles Puigdemont, aan Spanje uit te leveren.
Het Hooggerechtshof laat de Catalaanse gevangenen, die zich bij herhaling vrijwillig bij de rechtbank hebben gemeld toen ze voor verhoor werden opgeroepen, tijdens het proces niet vrij. Want ‘het gevaar voor vluchten voor de Spaanse justitie zou extreem hoog zijn’. Hierdoor kunnen de Catalanen zich niet samen met hun advocaten voorbereiden op hun verdediging. Zij en hun advocaten krijgen bovendien pas op het allerlaatste moment toegang tot de benodigde documenten over het proces, of soms zelfs helemaal niet. Maar het Hooggerechtshof weigert ieder uitstel van het proces.
De rechtbank laat geen internationale waarnemers toe want, zo argumenteert zij, ‘dat is alleen de gewoonte in dictatoriale regimes, maar niet in een democratische rechtsstaat zoals Spanje. Bovendien is de rechtszaal te klein om ook nog tien internationale waarnemers toe te laten’.
De Catalaanse vicepresident, de ministers, de voorzitster van het Parlement en de leiders van de burgerbewegingen ANC en Omnium Cultural  klagen het Spaanse Hooggerechtshof en het Audiencia Nacional daarom aan dat zij onrechtmatig van hun vrijheid worden berooft, dat hun burgerrechten en politieke rechten, en die van het Catalaanse volk dat hen gekozen heeft, worden geschonden en dat zij geen eerlijk proces krijgen. Zij klagen de Spaanse justitie aan dat haar normen niet overeenkomen met die van justitie elders in Europa. Waar de Belgische, Zwitserse, Schotse en Duitse justitie verdachten beoordelen op voldongen feiten, verdenkt en veroordeelt de Spaanse justitie haar burgers op basis van hun politieke overtuiging.
Zij klagen het Constitutioneel Hof aan omdat deze een oordeel over hun beroepszaken tegen hun onvoorwaardelijke gevangenneming onrechtmatig lang uitstelde. Alleen hongerstakingen van de Catalaanse gevangenen brachten dit Hof er toe dat zij pas na een jaar, in plaats van de wettelijk maximale termijn van een maand, haar oordeel gaf over hun onmiddelijke vrijating. Dit oordeel luidde: ‘geweigerd’.
De Catalaanse leiders klagen de Spaanse justitie en de politie aan dat deze hen vernedert en mishandelt, tegen de grenzen van marteling aan.
De Catalaanse politieke gevangenen klagen Spaanse staat aan omdat de gerechtelijke macht zich direct bemoeit met de samenstelling van het democratisch gekozen Catalaanse Parlement. De onderzoeksrechter van het Hooggerechtshof legt het Catalaanse Parlement op wie er wel en wie er niet mag stemmen en wie wel of niet als president van de regering mag worden aangesteld.
In de komende weken en maanden zullen de Catalaanse leiders, welke ironisch genoeg zelf in de beklaagdenbank zitten, aantonen dat Spanje een despotische, autoritaire en ondemocratische staat is die het onwaardig is om bij de westelijke democratische gemeenschap gerekend te worden.
‘Ik beschuldig’ (J’acuse) is een geschrift uit 1898 van schrijver Emile Zola tegen de politieke aanklacht van de Franse staat versus kapitein Dreyfus. Het lijkt er op dat we na 120 jaren niet erg zijn opgeschoten.