dreiging van gewelddadig politie-en legeroptreden op 27 Oktober

photo_2017-11-03_18-07-30

Afgelopen week maakte de vicepresidente van de onafhankelijkheidspartij ERC, Marta Rovira, bekend dat op 27 Oktober, de dag dat het Parlement stemde voor de Catalaanse Republiek, er betrouwbare en bevestigde berichten waren dat de Guardia Civil op het punt stond een bloedbad aan te richten onder de mensenmenigte die voor het Parlementsgebouw stonden en zij het Parlement, het regeringspaleis en de ministeries gewelddadig wilden bezetten, met als doel om te doden. Dit was de reden van president Puigdemont om de verwezenlijking van de Republiek op te schorten en uit te wijken naar België.

Dit is een zeer ernstige beschuldiging en men zou er daarom goed over na moeten denken alvorens deze te uiten. Het is lastig om de bedreiging van geweld door de Guardia Civil te bewijzen, daar er geen schriftelijk document bekend is dat het kan bevestigen. Er waren rond die tijd echter genoeg aanwijzingen en zij kwamen uit betrouwbare bronnen. Laten we de feiten even nagaan.

De regering van president Rajoy en de PP partij ontkennen, in alle kleuren deze bedreiging. Zij noemen de bewering laster-en campagnetaal van de onafhankelijkheidsbeweging in de aanloop naar de verkiezingen van 21 December. Gezien de ernst van de beschuldiging, is dit niet verbazingwekkend.

De spaanse minister van defensie, Dolores de Cospedal, heeft echter naar aanleiding van het onafhankelijkheidsproces in Catalonië bij herhaling gezegd dat het leger paraat staat om ‘de democratische rechtsstaat te beschermen’. Op 12 Oktober sloot zij zelfs het ingrijpen van het leger niet uit om de onafhankelikheid van Catalonië te voorkomen. Hiermee gaf zij dus aan dat het leger ook voor binnenlandse bedreigingen tegen ‘de democratische rechtsstaat’, oftewel spaanse burgers, zou kunnen worden gebruikt. De woordvoerder en vicesecretaris van de PP, Pablo Casado, hoopte op de sterfdag van de Catalaanse president Lluís Companys (hij werd in 1940 door het leger gefusilleerd) dat president Puigdemont niet op dezelfde manier zou eindigen. Deze PP politici deinzen in ieder geval niet terug om, direct of indirect, te dreigen met dodelijk geweld.

De eerste die publiekelijk melding maakte van de dreiging van ongekend geweld, was president Carles Puigdemont zelf. Hij deed dit op 31 Oktober, kort nadat hij naar Brussel was uitgeweken. Letterlijk zei hij “Deze regering had er voor kunnen kiezen dat de ambtenaren gedwongen waren om fideel te blijven aan de regering en een dispuut te beginnen over de hegemonie“. Puigdemont bedoeld hiermee dat hij de Mossos d’Esquadra had kunnen bevelen om de politici en de bevolking tegen het geweld van de Nationale Politie en Guardia Civil te beschermen. De Mossos d’Esquadra, een politiecorps, zijn niet voorbereid op gebruik van geweld tegen een gewapende legerpolitie, wat de Guardia Civiel is. Hoewel hij het woord doden niet letterlijk in de mond nam, kon worden afgeleid dat hij dit wel zo bedoelde.

Het politiegeweld op 1 Oktober en de gevangenneming van de twee leiders van de burgerorganisaties ANC en Omnium, hadden al plaats gevonden toen Puigdemont zijn beslissing nam om de Catalaanse Republiek uit te roepen. Hij nam ‘nominaal’ politiegeweld, het slaan van burgers met de wapenstok en alles wat we op 1 Oktober gezien hebben, en het risico om de gevangenis in te moeten, voor lief. Toch week Puigdemont en zijn gehele regering plotseling uit naar Brussel en trokken zich af van de openbare administratie. Er moet dus een zeer ernstige reden zijn geweest voor deze grote ommezwaai.

Pas toen vorige week  Marta Rovira, in een interview op radio RAC1, meldde over de dreiging van dodelijk geweld door de Guardia Civil op 27 Oktober, ontkende de regering van Rajoy en de PP politici de aantijging. Rovira vertelde dat de Catalaanse ombudsman, Ribó, dit in een vergadering van de regeringsleiders op 26 Oktober had meegedeeld. Ribó noemde als bron de onderhandelaars bij dit conflict, de bisschop van Barcelona (Omella), en de president van Baskenland (Urkullu). De namen van de onderhandelaars tussen de Catalaanse en spaanse regeringen waren op dat moment niet publiekelijk bekend. Bij navraag door Vilaweb wilde Omella nog ontkennen nog bevestigen. Urkullu zweeg in alle talen. De parlementariër en populaire protestzanger Lluis Llach zei dat hij bij die vergadering aanwezig was en bevestigde wat Marta Rovira beweert, alhoewel hij zich niet herinnert het woord ‘doden’ gehoord te hebben.

Begin vorige week publiceerde het blad Interviú een uitgebreid artikel dat vermelde dat speciale eenheden van de Guardia Civil in en om Barcelona, met name op het vliegveld El Prat de Llobregat, gestationeerd zijn. Het betrof aanvalstroepen die vanuit helikopters en riooltunnels gebouwen kunnen binnenvallen. Het artikel verteld dat de Guardia Civil met 300 man het plein voor het Parlement met de manifestanten wilden ‘schoonvegen’ en dat de speciale eenheden het Parlement wilden binnenvallen. Interviú noemt niet haar bronnen voor dit artikel.

In een interview met Vilaweb legt journalist Jesús Rodríguez van de krant la Directa, en gespecialiseerd in veiligheidsvraagstukken, uit welke militaire bewegingen er waren waar te nemen in die periode. Hij kan bevestigen dat in de week voor de onafhankelijkheidsverklaring gedurende lange tijd militaire helikopters en een vliegtuigje boven de steden Manresa, Girona, Reus en Lleida vlogen om deze uitgebreid te fotograferen en in kaart te brengen. Diezelfde week vlogen twee privé vliegtuigjes, afkomstig uit centraal Europa, over Catalonië om deze in kaart te brengen. Het is onbekend wie deze vliegtuigjes had gecontracteerd. Er waren speciale eenheden op het vliegveld van Barcelona om in geval van weerstand het Parlement en het Regeringspaleis te bestormen. Zij wachtten op bevel van de spaanse regering. Rodríguez heeft geen geschreven documenten die dit bevestigen, maar staat garant voor zijn bronnen. Daarnaast was er hogere activiteit gesignaleerd in de kazerne Sant Climent Sescebes, Alt Empordà. Politieeenheden die daar normaal gestationeerd zijn, trokken er weg, gebouwen werden schoongemaakt en een vleugel werd voorbereid voor nieuwe manschappen van het leger. Ook de kazerne Bruc, middenin Barcelona, werd voorbereid voor het herbergen van nieuwe manschappen. In nabijgelegen kazernes van Aragon, met name in de provincie Saragossa, arriveerden manschappen, materiaal en wapens. “Dit zijn objectieve gegevens, geen meningen. Iets anders is de geloofwaardigheid van bedreiging met geweld en welke berichten van de spaanse regering af kwamen om te laten zien hoe ver zij wilde gaan.” Zegt Rodríguez.

Luís Garicano, leider van de partij Ciutadans en gedoogpartner van de regering van Rajoy, zei in open bewoordingen dat er doden hadden kunnen vallen.

Tot slot, de 5000 a 10.000 man Nationale Politie en Guardia Civil (het precieze aantal is geclassificeerd als staatsgeheim) die naar Catalonië kwamen om het stemmen voor het referendum te stoppen, zijn er nog steeds aanwezig. Zij verblijven op drie cruise schepen in de haven van Barcelona en in hotels. Hun vertrek is uitgesteld, voor de zoveelste keer, tot na de verkiezingen van 21 December.

Naast de dreiging van de aanwezigheid van deze politiekorpsen, zijn er de vele juridische vervolgingen van burgers, ambtenaren en gekozen politici, waaronder 714 burgermeesters. Deze situatie maken vrije verkiezingen onmogelijk en is een reëele bedreiging voor Catalonië om te realiseren indien de onafhankelijkheidspartijen winnen, namelijk het implementeren van de reeds uitgeroepen Catalaanse republiek. Rajoy roept weliswaar heel vaak en hard dat hij de verkiezingsuitslagen van 21 December zal respecteren, maar hij eist ook van de onafhankelijkheidspolitici dat zij de grondwet en andere wetten moeten respecteren. Anders gezegd, hij bedoeld daarmee dat zij respect voor de grondwet moeten hebben zoals deze wordt geïnterpreteerd door de door hem aangestelde openbaar aanklagers en rechters. Bij deze interpretatie staat de spaanse eenheid boven alles, ook boven de democratische wil van een volk. En, zoals de grondwet stelt, het leger staat garant voor deze eenheid. Het voorbeeld bij uitstek van spaans nationalisme.

De militaire dreiging in Catalonië was, en is nog steeds, zeer reëel.


Posted

in

by

Tags: