‘De gezamelijke strategie van al deze activiteiten, perfect op elkaar afgestemd met het plan van een criminele organizatie, was de oorzaak dat het referendum op 1 Oktober werd gehouden en de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring daarna.’
Dit schrijft de rechter van het Audiencia Nacional, Carmen Lamela, in haar rapport voor het overdragen van de rechtszaken tegen de leiders van de burgerorganizaties ANC en Omnium, Jordi Sanchèz en Jordi Guichart, en tegen de zeven Catalaanse ministers naar het Hooggerechtshof, het Tribunaal Suprem. Bij deze criminele organisatie voegt zij ook het parlementsbestuur, onder leiding van de presidente van het Catalaanse Parlement, Carme Forcadell, en leden van de Catalaanse politie, de ambtenaren bij de Catalaans informatica dienst, het CTTI welke gewoonlijk de persoonlijke gegevens van de kiesgerechtigden en de kiesresultaten bij verkiezingen verzorgt (en dus ook voor het referendum van afgelopen 1 Oktober), en Diplocat, de Catalaanse ‘diplomatieke dienst’ en handelsdelegaties met haar vertegenwoordigingen over geheel de wereld. De rechter is er van overtuigd dat de politici en de ministers die democratisch gekozen zijn zodat er een meerderheid in het Catalaanse Parlement kwam om over de toekomst van Catalonie te beslissen, regeren heet dat, en een flink deel van het Catalaanse ambtenarenapparaat, een strak georganiseerde criminele organisatie is met een zeer complexe en hierarchische structuur van leiders en uitvoerders. In haar rapport voegt zij een compleet blokschema toe hoe de organisatie in elkaar zou zitten. Bovendien denkt zij dat de voorbeeldig vreedzame en democratische burgerbewegingen, die de afgelopen zes jaren op 11 September miljoenen mensen op de been hebben gebracht om te vragen voor onafhankelijkheid via een referendum, dienst doen als ideologische adviseurs van deze organizatie. Daarom vind zij nu dat het onderzoek van deze rechtszaak moet worden overgedragen naar het Tribunaal Suprem en moet worden samengevoegd bij de andere zaken wegen opruiing en oproer die er reeds lopen.
Een week daarvoor had zij dit inzicht nog niet en verdedigde rechter Lamela nog met hand en tant dat haar rechtbank, de Audiencia Nacional, deze rechtszaken moest behouden toen rechter Pablo Llarena van het Tribunaal Suprem aan haar vroeg om de zaak aan hem over te dragen. Tijdens of na het weekend is zij blijkbaar rigoureus van mening veranderd.
De spaanse hoofdaanklager, Maza, was ook ronduit tegen de overdracht van de rechtszaken naar het Tribunaal Suprem. Maza was vorige week naar een conferentie in Buenos Aires, Argentinie, toen hij een nierontsteking opliep. Hij kreeg koorts, werd opgenomen in een ziekenhuis en overleed vorig weekend. Na zijn overlijden is geen autopsie gedaan omdat het ‘een natuurlijke dood betrof’. Tot nu toe leek mij niets verdacht aan het plotseling overlijden van Maza. De ommezwaai van rechter Lamela brengt dit sterfgeval in een geheel ander daglicht. Het lijkt of zij zich onder druk gezet voelde.
De afgelopen twee jaren hebben hebben er 14 overlijdensgevallen plaatsgevonden onder verdachte omstandigheden. Het betreft politici van de PP partij, haar financieel boekhouder, getuigen in de Gürtel fraude zaak, een bankier en andere figuren met een hoge sociale status in de spaanse samenleving. Zij stierven door zelfmoord (5), een ongeluk (4) of een ‘natuurlijke’ dood.