Jordi Sanchez, tot voor kort president van de burgerorganisatie voor onafhankelijkheid, het ANC, wordt aangeklaagt voor oproer en zit daarom reeds ruim een maand in voorlopige hechtenis. Hij stelt zich verkiesbaar voor de komende verkiezingen op 21 December en staat als tweede op de lijst van president Puigdemont, Junts per Catalunya (Samen voor Catalonië). Hij heeft daarom aan het Constitutionele Hof gevraagd om te worden vrijgelaten, zodat hij vrijelijk aan de verkiezingscampagne kan meedoen. De advokaat van Sanchez stelt dat met zijn gevangenschap fundamentele burgerrechten worden geschonden. Ook heeft de rechter haar objectiviteit verloren door de stelling van de openbaar aanklager zonder enig bewijs te accepteren dat Sanchez vluchtgevaarlijk zou zijn. Indien het het Constitutionele Hof weigert hem vrij te laten, dan zijn alle mogelijkheden van beroep binnen de spaanse justitie uitgeput en kan hij een aanklacht bij het Europees Hof van Justitie doen.
Dat het geen plezier is om in de gevangenis te verblijven, blijkt uit de brief die Jordi Sanchez schrijft. Hij zegt dat er geen verwarmingsradiatoren in de cellen en de rest van de gevangenis zijn, afgezien van de ruimtes voor familiebezoek en de gespreksruimten met zijn advokaten. “Nu de kou is ingetreden in de gevangenis van Soto del Real, liggend aan de voet van het gebergte Serra de Madrid, dragen we altijd thermische hemden en jassen.” Jordi Cuixard schreef al eerder dat hij in zijn kleren slaapt. De beide Jordi’s verblijven in dezelfde gevangenis, maar zij zijn gescheiden in aparte vleugels en kunnnen alleen in de kapel met elkaar in contact komen. Er wordt door hen veel gebeden de laatste tijd.