Gisteren liet de rechter van het Spaans Hooggerechtshof zes ministers, die voorwaardelijk gevangen zaten, vrij na het betalen van een borgsom van 100.000 Euro’s. Wel werden hun paspoorten ingenomen en moeten zij zich wekelijks melden. De twee leiders van de burgerorganisaties ANC en Omnium, Jordi SÃ nchez en Jordi Cuixart, evenals de Catalaanse vicepresident Oriol Junqueras en de minister van BZ (en tevens hoofd van de Catalaanse politie), Joaquim Forn, moeten in de gevangenis blijven. Het Hooggerechtshof besloot dit om te voorkomen dat zij in herhaling van hun misdaad zouden kunnen vallen. De ernst van de misdaad moet dus wel bijzonder groot zijn om deze verdachten opgesloten te laten. Zij worden dan ook aangeklaagd wegens oproer en opruiing. Een aanklacht waarbij duidelijk sprake moet zijn van oproep tot geweld tegen de gevestigde overheid en de koning. Door het aanvaarden van de aanklacht en het per direct opsluiten van de verdachten is de rechter het dus eens met de openbaar aanklager dat zij geweld hebben gebruikt en dus een gevaar voor de samenleving zijn.
De Catalaanse president, Carles Puigdemont, en vier van zijn ministers verblijven in België. Tegen hen loopt een Europese aanvraag van uitlevering aan Spanje. De rechter van het Spaans Hooggerechtshof heeft vandaag deze aanvraag tot uitlevering ingetrokken. Zijn argument is dat Puigdemont zich verkiesbaar heeft gesteld en dat hij waarschijnlijk daarom uit eigen beweging naar Spanje terug zal komen om in het Catalaanse Parlement te worden ingesteld als volksvertegenwoordiger en als president indien hij de verkiezingen wint. Het besluit om de aanvraag in te trekken om Puigdemont en zijn vier ministers op te sporen, gevangen te zetten en uit te leveren, valt niet te rijmen met het onvoorwaardelijk opsluiten van de Jordi’s en de andere leden van zijn kabinet. Temeer daar het argument van de rechter is dat het allemaal één en dezelfde aanklacht en rechtszaak betreft.
De werkelijke reden dat de aanvraag voor uitlevering is ingetrokken, is waarschijnlijk omdat de Belgische wetgeving de aanklacht van oproer en opruiing niet kent. Aan de hand van de Europese aanvraag zou Puigdemont dan alleen uitgeleverd kunnen worden wegens wettelijke ongehoorzaamheid en misbruik van overheidsgeld. Dit had de rechter bij de uitleveringsaanvraag in het EU formulier aangekruist om een snelle uitlevering voor elkaar te krijgen. Hier staat echter maximaal zes maanden voor. Indien Puigdemont vanwege deze aanklacht uitgeleverd zou worden, dan kan de Spaanse rechter hem niet meer vervolgen wegens oproer en opruiing. De rechter van het Hooggerechtshof hoopt dus dat Puigdemont vroeg of laat voet op Spaanse bodem zet. Hij kan hem dan arresteren, aanklagen voor opruiing en oproer (evenals alle andere verdachten in deze zaak) en voor dertig jaar gevangen zetten. Het gerechtelijk oordeel van de Belgische rechter, indien hij tot uitlevering zou zijn overgegaan (6 maanden cel), staat in schril contrast bij het mogelijk oordeel van het Spaans Hooggerechtshof (30 jaar cel)
Bovendien blijkt de Belgische rechter meer nauwgezet naar de zaak en het uitleveringsverzoek te kijken dan werd verwacht door de Spaanse justitie. In plaats dat zij bij hun aankomst in België direct werden uitgeleverd, is de uitspraak pas op 14 December. De Belgische rechter kijkt dus naar de aanklacht zelf aarin Puigdemont en zijn ministers worden beschuldigd van oproer en opruiing. Misschien heeft hij daar zijn twijfels over omdat hij geen gebruik van geweld heeft ontdekt bij de verdachten. Het Spaans Hooggerechtshof voelt dit waarschijnlijk ook aankomen en wil voorkomen dat de Belgische justitie een negatief besluit neemt over de uitlevering, bijvoorbeeld omdat de verdachten geen garantie zouden hebben op een eerlijk proces. Dat zou een onmetelijke blamage betekenen, en grote gevolgen hebben, voor de Spaanse justitie en voor Spanje, als EU lid, in het algemeen. Hoewel nu een negatief oordeel door de Belgische rechter is voorkomen, neemt dit niet weg dat de Spaanse justitie zich verdacht heeft gemaakt in de ogen van geheel Europa.
Puigdemont heeft de goede beslissing genomen om naar het hart van de EU uit te wijken en zo de Spaanse rechtsspraak aan de kaak te stellen. Hij is sinds vanavond in volledige vrijheid gesteld door de Belgische justitie. Hij en zijn ministers mogen nu gaan en staan waar zij willen. Zij kunnen door geheel Europa vrij rondreizen. Met uitzondering van Spanje, want dan worden ze direct gearresteerd en gevangen gezet wegens een aanklacht die alleen in Spanje bestaat en waar dertig jaar gevangenisstraf voor staat. Het algemene recht van de burgers binnen de EU, het fundament waar de gehele Europese Unie op is gebouwd, is weg.