Een regeringscrisis

De Spaanse regering is niet in staat om een beweging van ruim twee miljoen mensen tegen te houden. Dus wat zij zal doen is de pijn privatiseren: het dreigen met en juridisch vervolgen van haar leiders. Dit zei onlangs Carles Boix, politicoloog aan de universiteit van Princeton (New York) en medeoprichter van het Wilson Collectief. Hij had gelijk en het leek er op dat dit plan van de Spaanse regering, onder leiding van president Rajoy, zou gaan lukken. Bij de openbare aanbesteding voor de aankoop van stembussen was er onder de Catalaanse ministers onenigheid wie er verantwoordelijk voor zou zijn. Uiteindelijk tekende de secretaris van de regering de aankoop. Als gevolg daarvan heeft zij nu een gerechtelijke aanklacht tegen zich lopen voor deze ‘illegale geldverspilling’. Op maandag 3 Juli uitte de minister van industrie, Jordi Baiget, zijn twijfels. Niet dat hij het niet eens was met het beleid van de Catalaanse president Carles Puigdemont met betrekking tot het referendum, of dat hij bang was om de gevangenis in te moeten. Maar hij wilde zijn gezin en familie niet aan de gevolgen blootstellen en niet het gevaar lopen dat zijn eigendommen in beslag zouden worden genomen door de Spaanse overheid. Dezelfde dag onthief Puigdemont de minister van zijn taak en werd hij vervangen door de toenmalige minister van cultuur. In het algemeen begreep men de situatie van de ontslagen minister en vond men dat hij het recht had om angst te hebben. Ook de reactie van de president werd begrepen, daar hij in deze moeilijke tijd een team van vastberaden ministers nodig heeft. Hoewel het in eerste instantie ook enige onvrede binnen de partij van Puigdemont en binnen zijn regering gaf. Naar aanleiding van deze gebeurtenis riep de president afgelopen donderdag en vrijdag al zijn ministers één voor één bij zich om te peilen tot hoever zij in staat waren de risico’s van gerechtelijke vervolgingen te aanvaarden. Het resultaat was dat drie ministers en een staatssecretaris van de Catalaanse regering vrijdag zijn vervangen door anderen die wél bereid en in staat zijn deze risico’s te nemen.

Het volgende kan hierover worden opgemerkt:

De regering van Puigdemont is sterker en meer vastberaden uit deze ‘crisis’ gekomen. Er bestaat geen twijfel meer dat deze regering er voor gaat om op 1 Otober 2017 een bindend referendum te houden. De nieuwe ministers hebben op de een of andere manier de afgelopen jaren reeds met represailles van Spaanse zijde te maken gehad vanwege hun politieke voorkeur voor een onafhankelijk Catalonië. Zij weten dus waar het om gaat en zijn bereid de nodige risico’s te nemen.

De tactiek van Rajoy en zijn regering is mislukt: de Catalaanse regering valt niet uiteen door twijfels of onderlinge onenigheid van de Catalaanse leiders. Rajoy zal dus veel meer drastische maatregelen moeten nemen om het referendum van 1 Oktober tegen te houden, met het risico van nationaal en, bovenal, internationaal imagoverlies.

Als laatste wil ik opmerken dat het me niet normaal lijkt dat in een moderne Europese democratie, zoals Spanje pretendeert te zijn, een democratisch gekozen regering haar ministers moet selecteren op het criterium of zij bereid zijn hun eigen familie en eigendommen in de waagschaal te stellen omdat zij gewoon doen waarvoor zij gekozen zijn. Het betreft hier pure politieke vervolging, daar de
Catalaanse regering van politiek inzicht verschilt met die van de Spaanse regering en dit conflict, nota bene, op democratische wijze wil oplossen door middel van een referendum. In tegenstelling tot de Spaanse regering, die van geen referendum wil weten en per direct overgaat tot rechtsvervolging. Het is een grove schande.


Posted

in

by

Tags: