Vandaag is in een officiële bijeenkomst met internationale waarnemers in het Franse gedeelte van Baskenland een einde gekomen aan de Baskisch terroristische verzetsbeweging Euzkadi Ta Askatasuna, beter bekend als ETA. De terroristische groepering werd tijdens het Franco regiem in 1958 opgericht en heeft in totaal 853 slachtoffers gemaakt. Ruim zeven jaar geleden kondigde zij de plannen aan om zichzelf op te heffen. Het was een bijzonder moeilijk vredesproces, waarin de Spaanse regering niet aan mee werkte. In tegendeel, zij heeft vaak geprobeerd om het vredesproces te dwarsbomen. Zo werden leden van de internationale waarnemerscommissie na een bezoek aan Baskenland bij hun vertrek op het vliegveld gearresteerd en meegenomen voor politieverhoor. Dit was echter slechts een anekdote. Het grootste obstakel was, en is dat nog steeds, dat de veroordeelde leden in gevangenissen verblijven nabij Madrid, ver weg, ruim 500 kilometer, van Baskenland. Hiermee worden niet alleen de veroordeelden benadeeld, maar ook hun familieleden die hen willen bezoeken. Vele families worden getroffen door groot tijd-en geldverlies, en zelfs verkeersslachtoffers (16), door de vele en lange reizen die zij moeten ondernemen. Met name kinderen lijden hier onder. Zij kunnen het ritme van de vele en lange reizen niet aan en groeien daardoor op zonder het regelmatige contact met één van de ouders. Desalniettemin wil de Spaanse regering, geheel tegen het internationaal recht in, de gevangenen niet overbrengen naar Euskadi. Hetzelfde is het geval met de Catalaanse politici die in voorlopige hechtenis zitten en dus zelfs nog niet eens veroordeeld zijn.
ETA vocht voor de Baskische onafhankelijkheid en tegen het Spaans nationalisme van generaal Franco. Dit nationalisme, vandaag de dag nog steeds duidelijk herkenbaar bij de Partido Popular (PP) en Ciatudans, heeft op haar beurt ETA nodig om haar rechtse, onbuigzame en harde politiek goed te praten en haar bestaansrecht te bevestigen. De terroristische aanval in Madrid in 2014, waar 192 slachtoffers vielen, was volgens de PP regering van Aznar door ETA uitgevoerd. Zelfs toen voor de politie al snel duidelijk werd dat dit niet ETA was en later een islamitische bende werd opgerold die verband werd gebracht met de aanslag. De PP bleef volhouden dat het ETA was geweest die de aanslag had gepleegd. Tot vier jaar na de aanslag, toen een rechtbank de islamitische daders veroordeelde, hield zij dit vol. Ook de slachtoffers van het terrorisme worden regelmatig van stal gehaald wanneer dit de PP uitkomt voor haar electoraal bewind. Hiermee strooit zij daarmee vaak zout in oude, zeer pijnlijke wonden. Maar ook de socialistische partij PSOE treft geen zuivere blaam. Onder het bewind van Felipe Gonzalez werden eind jaren tachtig en begin jaren negentig 27 ETA leden buitengerechtelijk vermoord en werden 26 leden gemarteld door de zogenaamde paramilitaire GAL eenheid.
Met de opheffing van de ETA vandaag blijft de regering van Rajoy volhouden dat zij haar politiek ten opzichte van de terroristische groep, zoals het overplaatsen van de veroordeelde leden, niet zal veranderen. Het Spaans nationalisme kent geen verzoening, geen onderhandelingen en wil geen vredesproces. Wat het Spaans nationalisme kenmerkt is een totale vernedering van de tegenpartij, zonder enige concessie. De regering van Rajoy ging er vandaag daarom prat op dat de opheffing van de ETA plaats vind dankzij haar politiek beleid. Maar het kan gerust gesteld worden dat ETA zichzelf eenzijdig heeft opgeheven, ondanks de volle tegenwerking van de Spaanse overheid. Vandaag deed ETA een oproep tot verzoening. Het antwoord van president Rajoy was afwijzend.
Sinds begin jaren negentig proclameert de Partido Popular dat ‘Zonder geweld over alles kan worden onderhandeld’. Met de begrafenis van ETA vandaag wil Euskadi nu een vreedzaam, democratisch onderhandelingsproces over afscheiding met Spanje beginnen, zoals in Catalonië het geval is. De vooruitzichten lijken echter niet erg rooskleurig. Zoals de Catalanen reeds hebben ondervinden, is de belofte die gedurende jaren werd herhaald, een grote leugen gebleken. De Catalanen hebben de afgelopen zes jaren een voorbeeldig democratisch en vreedzaam onafhankelijkheidsproces gevoerd, waarin ze altijd open hebben gestaan voor dialoog en onderhandelingen met de Spaanse overheid. De resultaten hiervan hebben we kunnen zien: de agressie van de politie op 1 Oktober met het referendum en van de Spaanse hooligans (waaronder soms leden van dezelfde politie in hun vrije tijd) die overal op straat en ongestraft hun gang kunnen gaan, met instemming en bescherming van de openbaar aanklagers, rechters en het hoofd van het koninkrijk Spanje, Filip VI. Spanje heeft geweld nodig om haar bestaansrecht te bevestigen. Dat is precies de reden waarom de Spaanse bestuurders zo benauwd zijn over de Catalaanse afscheidingsbeweging en waarom er negen politici voorwaardelijk gevangen zitten en zes in het buitenland moeten verblijven vanwege de belachelijke verdenking van oproer met gewapend geweld tegen de Spaanse staat. Desnoods voert zij dit geweld zelf uit.