‘s-Morgens komt in het nieuws dat Llarena nog twee ander Catalaanse politici zal aanklagen wegens oproer met gewapend geweld. Een daarvan is de ex-afgevaardigdevan de Catalaanse regering in Brussel en wordt onderzocht wegens misbruik van overheidsgeld. Hij heeft een geldbedrag overgemaakt aan de Nederlandse denktank The Hague Center for Strategic Studies dat mogelijk gebruikt zou zijn voor de kosten van de internationale waarnemerscommissie tijdens het referendum op 1 Oktober. ‘s-Middags komt Llarena met een schrijven van 80 pagina’s dat Puigdemont misschien niet kan worden aangeklaagd voor oproer met geweld. Hij stelt dat de 22 politici in plaats daarvoor aangeklaagd zouden kunnen worden wegens rebellie. Dit is een vergelijkbare misdaad, maar met een lagere straf (en zonder dat fysiek geweld heeft plaatsgevonden). Ieder beroep of aanklacht die tot nu toe door de politici en hun advocaten omtrent deze zaak zijn gedaan, worden daarom door de rechter nietig verklaard. Llarena probeert zich mogelijk bijvoorbaat in te dekken tegen de uitspraken van de Duitse, Belgische en Schotse rechtbanken en probeert de drie rechtbanken elders in Europa te overtuigen om president Puigdemont en zijn ministers uitgeleverd te krijgen voor een andere aanklacht. Justitie a la carte.
Na een bijzondere kabinetsvergadering vandaag, waarin alleen de aanwezigheidswet wordt behandelt, verklaart de regering van Rajoy deze wet naar het Constitutioneel Hof zal brengen. Deze wet werd vorige week in het Catalaanse Parlement aangenomen. In de loop van de dag kwam dit Hof bijeen en accepteert de aanklacht. Hierdoor wordt de wet automatisch opgeschort. Het Catalaanse Parlement kan twee dingen doen: Puigdemont ondanks de opschorting van de wet toch installeren of een alternatieve presidentskandidaat (de vierde) voorstellen. In het eerste geval geeft het Parlement gehoor aan de kiezers die de leider van de winnende partij gestemd hebben. Het Parlement en haar bestuur plegen in dat geval wettelijke ongehoorzaamheid, met alle juridische vervolgingen van dien. De kans is dus erg klein dat het Parlement hiertoe beslist. Hoogst waarschijnlijk zal zij kiezen voor een (tijdelijk) alternatieve president.
Voor de allereerste keer bekent de Europese Commissie bij monde van Juncker dat de EU niet kan zou bemiddelen in het Spaans-Catalaanse politieke conflict omdat niet beide partijen daarom vragen. Tot nu toe hield de EC stug vol dat het conflict een Spaans interne aangelegenheid is. Juncker staat onder zware druk, na de vele trieste vertoningen op de wekelijkse persconferenties over dit conflict en zeker na de Selmayr afaire in de EC. Veel geloofwaardigheid over zijn wil om te onderhandelen heeft Juncker echter niet.