Op 10 Juli 2010 vond de eerste manifestatie plaats voor de onafhankelijkheid van Catalonië. Het betrof een op korte termijn georganiseerde, bijna spontane, reactie op de uitspraak van het Constitutioneel gerechtshof. De opkomst was historisch groot, zowel in absolute zin als relatief. Van de 7,5 miljoen inwoners in Catalonië liepen ruim een miljoen mensen mee in deze optocht. De manifestatie had als lemma: ‘Wij zijn een natie, we beslissen zelf’. Het Constitutioneel Hof had de belangrijkste onderdelen van het nieuwe Statuut uit 2006, dat was goedgekeurd door het Catalaanse Parlement, het Spaanse Congres en in een referendum door het Catalaanse volk, ongrondwettelijk verklaard. Het sterk gemanipuleerde Hof, er zaten leden van de partij Partido Popular en rechters in waarvan hun termijn reeds lang was verlopen, besloot dat de Catalanen geen volk genoemd kan worden, zoals wordt beschreven in het voorwoord van het Statuut. Ook de Catalaanse taal mocht niet als hoofdvoertaal worden gebruikt. De uitspraak wordt veelal gezien als een staatsgreep door het Constitutioneel Hof en de politici, met name de PP onder leiding van ex-president Rajoy, en betekende voor veel Catalanen het einde van het ‘sociale verdrag’ met Spanje: de grondwet uit 1978. Veel Catalanen voelden zich na het lange proces van politieke onderhandeling over het Statuut bedrogen en buiten de grondwet gesteld. De uitspraak van het Constitutioneel Hof was het begin van de sterke groei van de onafhankelijkheidsbeweging.
In de daaropvolgende jaren werden massale protestbijeenkomsten op 11 September gehouden, de Catalaanse nationale dag ter herdenking van de val van Barcelona in 1714 als gevolg van het verdrag van Utrecht. Op deze bijeenkomsten vroeg men om een referendum over de Catalaanse onafhankelijkheid te houden. De regering van Rajoy heeft altijd iedere onderhandeling hierover geweigerd. Uiteindelijk hield de Catalaanse regering zonder instemming een referendum op 1 Oktober 2017. De Nationale politie en Guardia Civil grepen die dag hard in om het referendum tegen te houden. Met een opkomst van 43% stemden 91% van de kiezers voor de Catalaanse onafhankelijkheid. Door deze overgrote meerderheid werd de Catalaanse Republiek uitgeroepen, zoals vooraf was afgesproken. (Voor alle duidelijkheid: in een democratie worden de thuisblijvers nooit meegerekend.) Als gevolg hiervan werd de autonomie van Catalonië door de regering van Rajoy, met instemming van de socialistische partij PSOE en de partij Ciutadans, opgeheven onder voorwendsel van grondwetsartikel 155. De manier waarop dit gebeurde was totaal illegaal en ongrondwettelijk. Het Catalaanse Parlement werd ontbonden en de regering ontslagen. Er zitten nu negen politici in voorlopige hechtenis op verdenking van oproer met gewapend geweld en lidmaatschap van een criminele organisatie. Zeven andere Catalaanse politici, waaronder president Puigdemont, zijn naar het buitenland uitgeweken. De gele strik, die overal in Catalonië te vinden is, representeert het symbool van protest tegen deze politieke gevangenen en ballingen.