Vandaag en morgen, 6 en 7 September, is het een jaar geleden dat de referendumwet en de wet voor de ‘Juridische overgang’ in het Catalaanse Parlement in behandeling werden genomen. De referendumwet moest zorgen voor het te houden referendum op 1 Oktober en de bindende gevolgen van de uitslag hiervan. De Juridische overgangswet was nodig om, indien een meerderheid zou worden behaald voor de Catalaanse onafhankelijkheid, te zorgen voor de wettelijke verandering van de Catalaanse autonome regio binnen Spanje naar de onafhankelijke Republiek van Catalonië. Deze wet werd gezien als een voorlopige grondwet totdat een definitieve grondwet voor de nieuwe Republiek in een referendum zou worden gekozen. Het was een zeer roerige plenaire vergadering in het Parlement die dag. De unionistische partijen Partido Popular, Ciutadans en de socialistische partij PSC onderbraken met grote regelmaat de vergadering, verdraaiden de feiten, dreigden met de opheffing van de Catalaanse autonomie en juridische vervolging van de politici, en hielden onnodig lang het woord. Dit gedrag, ook wel filibusterisme genoemd, gebruikten zij om de behandeling van deze wetten onmogelijk te maken. Zij vonden het debat over de wetten ongrondwettelijk. Voordat het stemmen over de wetten plaats vond, verlieten zij de vergaderzaal.
Ondanks de waarschuwing van het Constitutioneel Hof aan het bestuur van het Parlement, met aan het hoofd parlementsvoorzitster Carme Forcadell, om het debat niet te houden, ging deze toch door. Forcadell beweerde dat zij geheel volgens de wet en de parlementaire regels het debat had toegelaten. Twee politieke partijen hadden daarom gevraagd, hetgeen genoeg was om het debat op de agenda te zetten. Dat het verboden is om te debatteren over een bepaald onderwerp, zoals het Constitutioneel Hof beweerde, noemde zij onacceptabel in een democratie. “Het Parlement is een soeverein instituut en is alleen verantwoording schuldig aan het volk dat haar gekozen heeft. In een democratie kan over ieder onderwerp worden gedebatteerd. Niemand buiten dit Parlement kan zo’n debat verbieden. Een verbod hiervan is een inbreuk op het recht van vrije vergadering en van vrije meningsuiting.”
Forcadell werd voor het houden van dit debat op 9 November gevangen gezet wegens wettelijke ongehoorzaamheid. Na he betalen van een borg werd zij na een dag weer vrij gelaten. Op 23 Maart werd zij, samen met presidentskandidaat Jordi Turull en drie andere afgezette ministers, opnieuw in voorlopige hechtenis gezet vanwege ‘nieuw opgedoken feiten’, aldus onderzoeksrechter Llarena. Volgens het rapport van de Guardia Civil, welke de rechter klakkeloos overneemt (inclusief grove leugens zoals de gewelddadige weerstand in het niet-bestaande dorp Sant Esteve de les Roures), zouden de politici een criminele organisatie vormen en worden daarom aangeklaagd wegens rebellie. Deze aanklacht komt er op neer dat zij met gewapend geweld getracht zouden hebben om de Spaanse gevestigde orde omver te werpen. De onderzoeksrechter arriveert tot deze conclusie door te redeneren dat de Catalaanse politici verantwoordelijk zijn voor het geweld welke de Spaanse politie en Guardia Civil tijdens het referendum van 1 Oktober hebben gepleegd. De Duitse rechtbank zag dit echter geheel anders en weigerde daarom president Puigdemont aan Spanje uit te leveren voor deze misdaad. Door de verzinsels en de verdraaiingen van de realiteit door de rechter worden de politici in voorwaardelijke hechtenis gehouden en worden zij gebruikt als politieke gijzelingen om de ontwikkelingen in Catalonië te beïnvloeden. Kamervoorzitster Forcadell wordt nu dus reeds 168 dagen van haar vrijheid berooft, enkel en alleen vanwege het houden van een Parlementair debat.
Onlangs kwam het Constitutionele Hof met de uitspraak dat het debat op 6 en 7 September 2017 in het Parlement legaal is geweest en dat de kamervoorzitster zich aan de wet en de parlementaire regels had gehouden. Door deze uitspraak zou Forcadell dus onmiddellijk moeten worden vrijgelaten. Zij zit echter nog steeds gevangen. Het excuus van rechter Llarena is dat zij in herhaling van haar misdaad kan vallen. Ondanks het feit dat zij geen lid meer is van het Parlement, laat staan kamervoorzitster. Een strikte voorwaarde die nodig is om in herhaling van de zogenaamde ‘misdaad’, het organizeren van een parlementair debat, te kunnen vallen. Een ander argument is het vluchtgevaar naar het buitenland. Dit argument is inderdaad niet geheel ondenkbaar; wie zou er niet vluchten uit een land waar vrouwe justitie blinkt door haar afwezigheid? Als laatste argument gebruikt Llarena dat Forcadell verdacht wordt van lidmaatschap van een criminele organisatie. Deze bende zou volgens hem bestaan uit de leiders van de burgerbewegingen, president Puigdemont, zijn ministers en tal van andere, democratisch gekozen, politici.
Door dit debat, vandaag een jaar geleden gehouden, voelde de Spaanse Staat, het zogenaamde regiem van de democratische overgang, zich voor het eerst sinds de dood van Franco werkelijk bedreigd. Voor het eerst was er binnen Spanje een Parlement dat daadwerkelijk een democratisch besluit zou nemen en de voortzetting van het Franco regiem, onder het mom van een parlementaire monarchie (Franco heeft Juan Carlos als zijn directe opvolger aangwezen) in gevaar zou brengen. Ook is achteraf duidelijk geworden hoe de unionistische partijen hun dreigementen waar hebben durven te maken: politiegeweld tegen haar burgers, opschorting van de Catalaanse autonomie, gerechtelijke vervolgingen, schendingen van fundamentele rechten en het verval van de Democratische Rechtsstaat. Spanje (in de breedste zin van het woord: de Staat met haar overheden, haar burgers en haar politieke leiders) heeft dit er voor over enkel en alleen om de Spaanse eenheid te behouden.
Door het debat over de referendumwet en de juridische overgangswet in het Parlement toe te laten, verdedigde Forcadell juist de rechten van de gekozen leden”, aldus de huidige voorzitter en drie ex-voorzitters van het Parlement in een gezamenlijk artikel in La Vanguardia. Het gevangen zetten en houden van Forcadell noemen zij een flagrante juridische barbariteit. Dit debat vormde het begin van het politieke conflict tussen Catalonië en Spanje en is voorlopig nog niet van de baan.