Politieke gevangenen
Toen een jaar geleden de eerste mensen in Spanje gevangen werden gezet vanwege hun politieke overtuiging, ging er een ware schok door de Catalaanse gemeenschap. Jordi Cuixart en Jordi SÃ nchez, de leiders van de burgerbewegingen Omnium Cultural en het ANC, werden door rechter Lamela van het Audiencia Nacional na hun verhoor op 16 Oktober 2017 in het cachot opgesloten vanwege opruiing. Weliswaar hadden we al de, vaak illegale, huiszoekingen door de Guardia Civil en Policia Nacional meegemaakt en de bedekte staatsgreep en de daaropvolgende staat van beleg ondergaan toen de bankrekeningen van de Catalaanse overheden in beslag werden genomen. Ook hadden we het politiegeweld op de dag van het referendum gezien, meegemaakt en zelfs aan eigen lijf ondervonden. Maar iemand gevangen zetten vanwege het begeleiden en afsluiten van een vreedzame protestmanifestatie ging tot dan toe bij iedereen de verbeelding nog steeds te boven. `Spanje zou nooit mensen gevangen zetten vanwege politieke motieven. Want dat zou onherstelbare schade en gezichtsverlies veroorzaken, zowel binnen Spanje zelf als tegenover de internationale gemeenschap’, was de algemene gedachte. Het bleek opnieuw dat men zich sterk had verkeken op wie men tegenover zich had staan. De Spaanse rechtbank, opgezet tijdens het Franco regiem voor de strijd tegen politieke dissidenten, heeft zich na de ‘democratiseringsperiode’ van Spanje nooit laten bijscholen. De leden van deze rechtbank zijn nog steeds op dezelfde Spaans nationalistische, fascistische leest geschoeid als toen zij werd opgericht. Naar nu blijkt, geldt dit ook voor het Hooggerechtshof, de top van de Spaanse justitie, de hoge ambtenarij, de gehele structuur tussen politiek, bankwezen en Spaanse bedrijfsleven (IBEX-35) en het overgrote deel van de Spaanse media. Alles bij elkaar de ‘deep state’ genoemd, bleek zich nooit vernieuwd te hebben en het post-francisme zit nog erg diep in al haar gelederen. Alleen de Spaans politieke leiders leken tot voor kort een democratisch vernisje te dragen. Maar zoals het gaat met vernis, na verloop van tijd bladdert dit af en komt het blote materiaal weer te voorschijn. Kortom, Spanje schaamt er zich niet voor om burgerleiders en politieke leiders zonder proces van hun vrijheid te beroven.
De last voor Catalonië
De gevangenneming van de burgerleiders en de politieke leiders had een diepe impact op de Catalaanse samenleving. Het ANC en Omnium Cultural werden geleid door hun vicevoorzitters die niet altijd even goed op hun nieuwe taak waren voorbereid. De bewegingen hadden veel moeite en tijd nodig om hun koers weer enigszins terug te kunnen vinden. Nog erger was het gesteld bij de politieke groeperingen die plotsklaps waren onthoofd. Bestond er in de aanloop naar het referendum een duidelijke synergie tussen de groeperingen en hun leiders. Na de schok van het politiegeweld tijdens het referendum, en zeker na de gevangenneming en ballingschap van de politieke leiders, is er geen sprake meer van een gezamelijke strategie en heeft men grote moeite met de onderlinge samenwerking. De tijdelijke opheffing van de autonomie en de continue dreiging voor de Catalaanse parlementariërs om gerechtelijk vervolgd te kunnen worden, helpen de politieke partijen en hun besluitvaardigheid daar niet bepaald mee.
De last voor Spanje: justitiële en diplomatieke isolatie
Maar de politieke gevangenen beginnen nu ook hun tol voor Spanje zelf op te eisen. De voorzitter van het Vlaamse parlement, Jan Peumans, schreef kortgeleden een brief aan zijn Catalaanse collega Carme Forcadell, voormalig kamervoorzitster van het Catalaanse Parlement en momenteel gevangen omdat zij een debat had toegestaan. Hij schreef in de openbare brief dat het onaanvaardbaar is dat zij en haar collega’s in Spanje gevangen zitten en vroeg zich openlijk af of deze lidstaat nog wel bij de Europese Unie kan horen. Dat werd de heer Peumans natuurlijk niet in dank afgenomen. De relatie tussen Spanje en België had reeds een deuk opgelopen. Puigdemont en zijn ministers willen namelijk de onderzoeksrechter Llarena wreken (aanklacht indienen wegens partijdigheid van de rechter) bij de Belgische rechtbank. De Spaanse regering drong er sterk bij haar Belgische collega op aan dat zij persoonlijk rechter Llarena, en daarmee de Spaanse justitie, voor de Belgische rechtbank zou verdedigen. De Belgische regering weigerde dit pertinent omdat daarmee de scheiding van de machten zou worden gebroken. Spanje lijkt maar niet te kunnen begrijpen dat in een redelijk gerijpte democratie de scheiding van de machten onaantastbaar is en dat daarom een regering niet de belangen van justitie op zich kan nemen. Of ze begrijpt het wel maar verkeert in totale paniek vanwege de onhoudbare situatie van de ballingen en de weigering van hun uitlevering door verschillende Europese rechtbanken. Kortom, de relatie België-Spanje was al niet meer optimaal en Peumans blijft bij zijn mening. Hij neemt zijn woorden niet terug, zelfs nadat de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken, Borell, gedreigd had met diplomatieke stappen. Het Vlaamse parlement steunt haar voorzitter volledig en vind dat zijn uitspraak valt onder de vrijheid van meningsuiting. Maar Borell, met zijn Spaans nationalistisch profiel, voeldt zich ver boven de `regio’ Vlaanderen verheven. De minister van Buitenlandse Zaken schijnt het concept van federale staat maar niet te kunnen begrijpen. Hij nam de diplomatieke status van de consul van Vlaanderen af met het neerbuigende commentaar `Ik heb ze drie keer gewaarschuwd. Dan moeten ze het zelf maar weten’. Daarmee verbrak hij de diplomatieke relatie tussen Spanje en een Europese deelstaat: een bijzondere situatie die sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer is voorgekomen in Europa. De prijs die Spanje betaalt voor de politieke gevangenen en ballingen is dat zij steeds meer in een isolement terecht komt. Zij loopt zelfs het gevaar om als een pariastaat te eindigen, net zoals tijdens het Franco regiem. En dat moment zou wel eens veel dichterbij kunnen liggen dan velen zich kunnen voorstellen. Met de gerechtelijke uitspraken van Zwitserland, Duitsland, België en Schotland om de politieke ballingen niet aan Spanje uit te leveren was dit isolement de facto reeds begonnen. De diplomatieke breuk met Vlaanderen is een stap verder in die richting.
De last voor Spanje: politieke stabiliteit
Ondertussen maalt de politieke molen ook in Spanje door alsof alles weer normaal zou zijn. Maar dat is het niet en dat ondervind de Spaanse politiek nu ook. Vier maanden geleden werd de Spaanse PP president, Rajoy, afgezet vanwege de corruptieschandalen. Ook de Catalaanse onafhankelijkheidspartijen ondersteunden de motie van wantrouwen. Op deze manier boden zij de socialistische partij PSOE, onder leiding van Pedro Sánchez (let op het accent op de `a’) de kans om een Catalaans vriendelijk beleid te voeren. Weliswaar had de PSOE meegewerkt aan de opheffing van de Catalaanse autonomie, maar men had nu een middel om druk op de nieuwe Spaanse president Sánchez te zetten voor de vrijlating van de gevangenen. Deze kan namelijk direct aan de openbaar hoofdaanklager vragen om de aanklachten wegens rebellie en oproer in te trekken. Tot nu toe heeft de Spaanse president echter geen enkel initiatief in deze richting ondernomen. Sánchez moet echter ook nog de begroting voor 2019 door het Spaanse Congres heen loodsen en hij wordt door de Europese Unie nogal onder druk gezet om daar nu eens vaart achter te zetten. Aangezien het ultrarechtse Spanje, vertegenwoordigd door PP en C’s, hem beschuldigen van een te zachte behandeling van de Catalanen, tot en met collaboratie met de colpisten (iemand die een staatsgreep pleegt) aan toe, werken zij bijvoorbaat niet mee om de begroting goedgekeurd te krijgen. Sánchez heeft dus de steun van de Catalaanse onafhankelijkheidspartijen, ERC en CiU (gelieerd aan JxCat), nodig waarvan hun leiders, respectievelijk Junqueras en Puigdemont, in de gevangenis en in ballingschap zitten. De leider van de gedoogpartij van PSOE, Pablo Iglesias van Podemos, is reeds op bezoek geweest bij Junqueras in de gevangenis van Lledoners. Ook heeft Iglesias een uitgebreid telefoongesprek met Puigdemont in Waterloo gevoerd. Uiteindelijk moeten de Spaanse politieke leiders impliciet onderkennen dat de gevangenen en ballingen geen criminelen zijn, maar onomstotelijk politieke leiders die zij nodig hebben bij de onderhandelingen. Sánchez gaat natuurlijk niet zelf op bezoek naar de gevangenis. Daarvoor is hij veel te laf. Dankzij de gemanipuleerde en eenzijdige voorlichting door de Spaanse media, zou men in de rest Spanje zo’n gebaar niet begrijpen en zou hem dit dus stemmen kosten. Dus stuurt de president van Spanje, medeverantwoordelijk voor de beroving van de vrijheid van de Catalaanse leiders, zijn gedoogpartner om de politieke gevangenen en ballingen onder druk te zetten. Hoe diep kun je moraal zakken. Vooralsnog laten de Catalaanse partijen ERC en JxCat weten dat het nu de beurt aan president Sánchez is om het initiatief te nemen voor de vrijlating van de gevangenen en ballingen. De Spaanse politieke stabiliteit is daarmee direct gerelateerd aan de opsluiting van de Catalaanse leiders vanwege politieke motieven. Weliswaar zijn de gevangenen en de rechtsvervolgingen een grote last voor de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging, voor Spanje begint dit een blok aan het been te worden dat haar wel eens naar de bodem van de zee zou kunnen trekken.