Stoelendans onder rechters

(755 woorden)

In 2013 oordeelde de Europese Raad dat de aanstelling van de rechters in de Hoge Juridische Raad en de hoogste Spaanse rechtbanken, het Hooggerechtshof, de Audiencia Nacional en het Constitutioneel Hof, nogal discutabel is. De rechters daar worden direct door de politiek aangesteld. Zij worden daarbij niet beoordeeld op hun opleiding, ervaring en geleverde prestaties, maar op hun politieke affiniteit of lidmaatschap van politieke partij. Dit heeft niet alleen tot gevolg dat de rechters worden gekozen op basis van een politiek criterium, maar ook dat de kwaliteit van de rechtspraak nogal eens te wensen over laat. De Belgische en Duitse justitie kunnen daarover meepraten. Ook lijdt de Spaanse justitie is in deze hoge regionen lichtelijk aan nepotisme. Maar dat terzijde. Wint de Partido Popular de politieke onderhandelingen, dan komt er een rechter met een conservatief profiel, zoals dat heet. Wint de socialistische partij PSOE, dan is het een ‘progressieve’ rechter die de scepter zal gaan zwaaien. Meestal zijn de verschillen moeilijk te vinden, zeker wanneer het gaat om het veroordelen van Catalanen of een Catalaanse zaak. De Europese Raad beveelde Spanje aan om het systeem van het aanstellen van de rechtelijke macht te veranderen om zodoende de Spaanse democratie te versterken. De Raad gebruikt natuurlijk zeer diplomatieke taal in haar aanbevelingen. In gewone woorden zegt ze dat de Spaanse justitie gewoon een gedrocht is waarin de rechtbanken bezet worden door politici die politieke uitspraken doen, iets wat onoorbaar is in een democratie en onacceptabel voor een lidstaat van de EU. Maar Spanje schijnt dat maar niet te begrijpen en gaat op dezelfde leest door.

President Pedro Sanchez had belooft verandering in het systeem voor het aanstellen van de opperrechters aan te brengen. Welnu, onlangs bleek opnieuw dat de socialistische president trouw blijft aan de traditie van zijn partij en een verkiezingsbelofte slechts ziet als een legitieme smoes om op de presidentszetel te komen. Met minachting voor de scheiding van de machten, de fundamentele pilaren van een democratie, deden de PP en PSOE de afgelopen dagen handjeklap over de aanstelling van de rechters alsof het een ordinaire politieke affaire betreft.

In December loopt de ambtstermijn van de voorzitter van de Hoge Juridische Raad en tevens president van het Hooggerechtshof, Carles Lesmes, af. Dezelfde die afgelopen weken het Spaans juridische systeem in volkomen diskrediet heeft gebracht door een uitspraak van het Hooggerechtshof in een achterkamer terug te draaien. En dus moet er nu een opvolger voor hem worden gezocht. De nieuwe voorzitter wordt dus, zoals gezegd, geheel volgens traditie tussen de twee grootste Spaanse politieke partijen, Partido Popular en PSOE, beklonken. De partijen kwamen overeen dat de ultraconservatieve rechter en aanhanger van Aznar (de harde lijn binnen de PP), Manuel Marchena de nieuw voorzitter van de Hoge Juridische Raad en president van het Hooggerechtshof zal worden. Momenteel is hij voorzitter van de strafkamer van het Hooggerechtshof. Dat is de kamer die de Catalaanse politici en burgerleiders zal veroordelen voor het houden van het referendum van 1 Oktober. Zijn plaats in de strafkamer valt nu dus open en wordt ter compensatie op voordracht van de socialistische partij PSOE opgevuld door ene Andrés Martínez Arrieta. Deze rechter heeft in theorie dus een progressief profiel. Ten opzichte van zijn ultra conservatieve voorganger is dat echter geen erg grote prestatie. Daarnaast heeft hij ook een reputatie als bevooroordeelde en partijdige rechter verworven, waaronder bij het Europese Hof van de Rechten van de Mens. Dit Europese Hof tikte genoemde rechter op de vingers omdat hij in 2011 vier reeds veroordeelde agenten van de Guardia Civil onterecht had vrijgesproken wegens het martelen van twee Basken. Ook was deze magistraat lid van het tribunaal dat het oordeel tegen de politicus Arnaldo Otegi bevestigde dat hij lid van de Baskische afscheidingsbeweging ETA zou zijn. Hetzelfde Europese Hof gaf Otegi vorige week gelijk dat hij onterecht was veroordeeld door een partijdige rechtbank.

Martínez Arrieta was ook de man die de aanklacht van de Spaanse openbaar hoofdaanklager José Manuel Maza accepteerde tegen de Catalaanse leiders in verband met het referendum van 1 Oktober 2017. Weliswaar is deze aanklacht een ware proza van veronderstellingen, verdraaiingen en verzinsels, maar zij heeft in de verste verten niets met een juridisch document van doen over voldongen feiten, zoals een gepleegde misdaad met bewijzen. Doordat Martínez Arrieta deze aanklacht accepteerde, kon Llarena het gerechtelijk onderzoek uitvoeren en het welbekende Europese uitleveringsbevel tegen Puigdemont c.s. indienen. We weten allemaal wat daarvan geworden is. Met dit perspectief gaan we de komende maanden dus zien of deze rechter de Catalaanse leiders gaat veroordelen wegens rebellie en misbruik van overheidsgeld.


Posted

in

by

Tags: