De rechtenschendingen tegen de Catalaanse leiders

(2448 woorden)

We staan aan het begin van het juridisch proces van deze eeuw. Hoewel de eenentwintigste eeuw nog relatief jong is en er nog heel veel gebeuren zal, is het proces tegen de Catalaanse leiders in onze westelijke wereld, en zeker binnen de EU, tot nu toe eentje met de grootste sociale impact. Niet alleen binnen de Catalaanse en Spaanse samenleving, maar ook op Europees niveau is deze rechtszaak van zeer groot belang. De vele juridische tegenstrijdigheden, het stilzwijgen van Europa en de schendingen van Europese normen en waarden zullen een grote last vormen op de toekomst van de gehele Unie.

De Catalaanse politici en burgerleiders worden aangeklaagd wegens oproer en opruiing omdat zij een referendum over de Catalaanse onafhankelijkheid hebben georganiseerd of die hebben ondersteund door het houden van vreedzame protestbijeenkomsten. De Duitse justitie weigerde om hun leider, president Puigdemont, niet aan Spanje uit te leveren omdat hij geen enkel geweld heeft gepleegd, maar alleen een referendum over de Catalaanse onafhankelijkheid had gehouden als beginpunt voor onderhandelingen met de Spaanse overheden. Ook de Schotse, Belgische en Zwitserse justitie kwamen tot de conclusie dat het Catalaanse conflict een politiek probleem is en geen gewelddadige misdaad. Het juridisch proces, tot nu toe bestaande uit de aanklacht van het Openbar Ministerie, die van de volksaanklager (de ultrarechtse politieke partij VOX) en het gerechtelijk vooronderzoek, is dusdanig bedropen van verzinsels en gerechtelijke onregelmatigheden, dat de Belgische openbaar aanklager de aanvraag voor uitlevering aan Spanje zelfs niet eens in behandeling wilde nemen. Let wel, het is de taak van de aanklager om in een rechtszaak de rol van de duivel te spelen. Maar ook daar zijn grenzen aan. Tenminste in een rechtstaat zoals België. Daarnaast schendt het Spaans Hooggerechtshof fundamentele mensen -en burgerrechten op vele punten. Deze rechtenschendingen zijn echter niet alleen tegen de politici en burgerleiders zelf, maar ook tegen de ruim twee miljoen Europese burgers die zij vertegenwoordigen. Hieronder volgen enkele van deze schendingen. De lijst is echter verre van volledig.

Recht van vrije vergadering
Parlementsvoorzitster Carme Forcadell wordt aangeklaagd wegens opruiing omdat zij een politiek debat in het Parlement over de Referendumwet en de Juridische Overgangswet (de voorlopige Catalaanse grondwet) had toegelaten. Verschillende politieke partijen hadden om dit debat gevraagd. Het was de taak van de kamervoorzitster en de leden van het Parlementsbestuur om dit debat op de agenda te zetten. Zoals Carme meerdere malen heeft gezegd: ‘Het Parlement is soeverein (zoals beschreven in het Statuut) en dus alleen verantwoording schuldig aan haar kiezers. Het is de democratische plicht om te praten over alles waar het Catalaanse volk, door middel van haar gekozen Parlement, om vraagt.’ Andere debatten, zoals het installeren van president Puigdemont door middel van een videoconferentie vanuit België, werden door het Hooggerechtshof verboden. De geplande plenaire vergadering op 30 Januari 2018 kon daarom niet doorgaan.

Recht van vrije meningsuiting
Tijdens meerdere debatten in het Catalaanse Parlement werd er anoniem gestemd uit angst voor represailles tegen haar gekozen leden. Ook het referendum over de Catalaanse onafhankelijkheid op 1 Oktober 2017 werd door het Constitutioneel Hof verboden en met grof politiegeweld geprobeerd tegen te houden. Hierbij vielen 1066 gewonden.

Recht op vrijheid
Alleen indien een verdachte direct gevaar voor de samenleving vormt, zoals terrorisme, mag deze in voorlopige hechtenis worden genomen. Indien iemand slechts vluchtgevaarlijk is, zijn er andere manieren om dit te voorkomen, zoals het afnemen van het paspoort. Het Hooggerechtshof gaf als reden op dat de verdachten in hun gewelddadige misdaad zouden kunnen terugvallen toen zij de burgerleiders en politici in Oktober 2017 en Maart 2018 in voorlopige hechtenis nam.

Ook na de vrijspraak van president Puigdemont door de Duitse justitie (‘de leider van de criminele organisatie’, zoals hij door het OM wordt genoemd), bleven de leiders gevangen. Het lijkt er eerder op dat de gevangenen als politieke gijzelingen worden gebruikt zodat het Hooggerechtshof haar invloed op de Catalaanse politiek en de samenstelling van het democratisch gekozen Parlement kan uitoefenen. De rechtbank verhinderde zowel Puigdemont, de tweede en derde presidentskandidaten Jordi Sànchez en Jordi Turull, om als president te worden geïnstalleerd. Puigdemont en de gevangen leiders werden door dezelfde rechtbank zelfs uit het Catalaanse Parlement gezet. In een democratische rechtstaat is het onoorbaar dat justitie haar invloed op de politiek uitoefent. Dit druist bovendien regelrecht in tegen het internationale recht op politieke deelneming door gevangenen.

Direct nadat enkele leiders gevangen werden gezet, tekenden zij hoger beroep aan bij het Constitutioneel Hof (Tribunal Constitucional of TC) voor hun onmiddellijke vrijlating. Bij hoge uitzondering werden alle aanvragen geaccepteerd om in behandeling genomen te worden. Normaal wordt slechts 1% geaccepteerd. Daar voorlopige hechtenis een urgent geval is, hadden de aanvragen binnen een maand moeten worden behandeld. Nadat de sommige beroepen meer dan een jaar waren ingediend, had het TC nog steeds geen uitspraak gedaan. Hierdoor konden de gevangenen niet naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg. Er zat dus duidelijk een plan van het TC achter om de Catalaanse leiders de weg naar het EHRM te blokkeren. Pas toen vier gevangen politici in hongerstaking gingen, werden hun hoger beroep behandeld. Alle aanvragen voor hun onmiddellijke vrijlating werden door het TC genegeerd.

Recht op een onpartijdige rechtspraak
Het lijkt vanzelfsprekend dat de rechtspraak onpartijdig en onafhankelijk behoort te zijn. Deze voor de hand liggende eis is in Spanje echter geen realiteit. De voorzitter van de rechtzaal waar het proces plaats vindt, Marchena, heeft een aangetoonde politieke voorkeur. Onlangs werd hij door de Partido Popular voorgedragen als voorzitter van de Hoge Juridische Raad. (Het lichaam dat, onder andere, de aanstelling van alle rechters in Spanje regelt.) Toen dit uitlekte via een WhatsApp bericht van de Partido Popular fractievoorzitter in de Senaat Ignacio Cosido (waarin hij zei: ‘Nu hebben we de volledige controle over het proces via de achterdeur’), kon Marchena niets anders doen dan zich terugtrekken als kandidaat. Hierdoor bleef hij voorzitter van de strafkamer waar de Catalaanse leiders worden berecht. De aanstelling van Llarena als onderzoeksrechter voor deze zaak was ook tegen de regels van het Hof. Iedere poging van de advocaten om de rechters te wraken bij een andere kamer van ditzelfde Hooggerechtshof werd niet gehonoreerd. Het corporatieve karakter van de gerechtelijke macht is ontegenzeggelijk groot. Het systeem van benoeming van de Spaanse rechters door de politiek is reeds vele malen door de Europese Raad , bij monde van haar  anticorruptiecommissie GRECCO, bekritiseerd.

Recht op verdediging en een redelijke termijn van voorbereiding
De Catalaanse vicepresident Oriol Junqueras en kanselier (Catalaanse minister) van Binnenlandse Zaken Quim Forn werden op Zondag 1 November formeel opgeroepen om de volgende dag in Madrid voor het Hooggerechtshof in Madrid te verschijnen. In de dagen daarvoor moesten zij uit de pers vernemen dat zij mogelijk zouden worden opgeroepen. Volgens internationaal recht moet een aangeklaagde meerdere werkdagen de tijd krijgen om zich op zijn verdediging voor te kunnen bereiden. De kamer van het Hooggerechtshof die het gerechtelijk vooronderzoek doet, onder leiding van Llarena, schendt hiermee dit internationaal recht.

Ook de kamer van het Hooggerechtshof die belast is met de hoorzittingen, onder leiding van Marchena, heeft dit recht reeds geschonden. In verband met de aanstaande hoorzittingen worden de Catalaanse leiders wederom niet vrij gelaten om met hun advocaten te kunnen overleggen en een strategie voor hun verdediging uit te werken, krijgen zij tijdens de drie maanden durende marathonzittingen niet de nodige rust, slaap en maaltijden en moeten zij dagelijks van en naar de gevangenissen worden vervoerd. Een ware uitputtingslag die de mogelijkheid voor het redelijk voorbereiden van verdediging moeilijk, zoniet onmogelijk, maakt. Het argument van het Hooggerechtshof is dat de Catalaanse president Torra zijn ambtscollega Puigdemont, welke in België verblijft,  regelmatig bezoekt. Daarnaast zouden de gevangenen door hun buitenlandse contacten vluchtgevaarlijk zijn. Dus omdat een politicus een andere politicus in het buitenland bezoekt, mogen de Catalaanse gevangenen niet vrij. Maar het TC blijft volhouden dat de Catalaanse leiders geen politieke gevangenen zijn. Rechter Marchena zei letterlijk: ‘we vervolgen geen ideeën, maar alleen hun daden.’ Hun daad bestond uit het organiseren van een referendum, niet uit het organiseren van een militair gewapende opstand (oproer) of het aanzetten daartoe (opruiing), waarvoor ze worden aangeklaagd. Hetzelfde Hof heeft deze aanklacht, een verzinsel vol met fouten, verdraaiingen en directe onwaarheden van het OM, zonder omhalen geaccepteerd. Bovendien is het Hooggerechtshof van criterium veranderd. Voorheen werden de Catalaanse leiders niet vrijgelaten omdat ze zouden kunnen terugvallen in ‘hun misdadig en gewelddadig gedrag’. Nu is het excuus dat ze vluchtgevaarlijk zouden zijn. Het veranderen van een criterium in een procesgang is een juridische onregelmatigheid waardoor het gerechtelijk proces geannuleerd zou moeten worden. Dat was ook de rede waarom het Belgische OM de aanvraag voor uitlevering van Puigdemont niet in behandeling wilde nemen.

De advocaat van vicepresident Junqueras, Andreu van den Eynde, eist van het TC dat zij zich uitspreekt over zijn vrijlating nog voordat het proces zal beginnen. Zoniet, dan zal hij een aanklacht bij het EHRM in Straatsburg indienen. Het precedent van de Koerdische oppositieleider Demitras geldt, in theorie, ook voor de Catalaanse gevangen leiders. Het TC, de laatste strohalm van de Spaanse justitie om haar gezicht niet te verliezen, wil het EHRM niet al te zeer voor het hoofd stoten door dit precedent te negeren. Het TC is daarom verdeeld over de uitspraak die zij nog nemen moet.

De datum van het begin van het gerechtelijk proces is nog steeds niet afgekondigd. In eerste instantie ging het gerucht uit dat het proces op vijf Februari zou beginnen. Later werd dit verschoven naar ‘rond twaalf Februari’. Met de aankondiging van de datum van de hoorzittingen wordt ook de formele tekst van de aanklachten van het OM en van de volksaanklager VOX, het geaccepteerde bewijsmateriaal en welke getuigen zullen worden verhoord, bekend gemaakt. Zolang dit niet bekend is, kunnen de advocaten het in totaal 1300 pagina ‘s tellende document niet bestuderen en zich redelijkerwijs op de verdediging voorbereiden. De advocaten hebben hierover geklaagd en eisen een redelijke termijn voor het voorbereiden van de verdediging. Het Hooggerechtshof schuift de schuld terug op de verdediging omdat deze zoveel bewijsmateriaal heeft ingestuurd. Hoewel de datum van het begin van het gerechtelijk proces nog onbekend is, zijn de gevangenen afgelopen 1 Februari al overgebracht van de gevangenissen in Catalonië naar die in Madrid. De meer dan 500 kilometer lange afstand vergemakkelijkt natuurlijk niet het contact van de gevangenen met hun familie, vrienden en collega ‘s voor de morele steun. Om maar niet te spreken over de broodnodige communicatie met hun advocaten.

Recht op een proces in jurisdictie van gepleegde daad
Een gerechtelijk proces moet worden gehouden in de jurisdictie waar de veronderstelde misdaad heeft plaats gevonden. In dit geval is dat Catalonië, waar het referendum plaats vond. De leiders zouden dus door het Catalaans Hooggerechtshof in Barcelona moeten worden berecht en niet door het Spaans Hooggerechtshof in Madrid. Het Spaans Hooggerechtshof argumenteert dat geheel Spanje door het gehouden referendum werd benadeeld. Een non-argument daar de plaats van een rechtszaak nooit afhankelijk is van waar het slachtoffer vandaan komt. Slechts een aantal politici, zij die worden aangeklaagd wegens misbruik van overheidsgeld, worden in Catalonië berecht.

Recht op een proces in eigen taal
Een aangeklaagde heeft het recht dat een proces in zijn eigen moedertaal wordt gehouden. Dit is vastgelegd in het ‘Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden’ welke Spanje in 2001 heeft ondertekend. Het gebruik van een tolk tijdens hoorzittingen weergeeft de interpretatie van de tolk en niet de gedachten van de aangeklaagde. Bovendien bemoeilijkt het gebruik van een tolk de gehele procesgang.

De aangeklaagden die door het Spaans Hooggerechtshof worden berecht, kunnen niet in hun eigen taal de hoorzittingen voeren en moeten alle geschreven documenten in het Spaans lezen. Al het aangevoerde bewijsmateriaal in het Catalaans wordt niet door de rechtbank vertaald en dus mogelijk genegeerd. Catalaanse documenten die wel vertaald zijn, zijn vaak foutief omgezet naar het Spaans.

De voorzitter van de rechtbank, Marchena, negeert de aanvraag om het proces in het Catalaans te voeren door te zeggen: “Hoe het ook zij, om een proces afhankelijk te maken van de moedertaal van professionelen die de verdediging voeren, leidt tot de absurditeit dat men ontkent dat dit recht geldt bij bijvoorbeeld het Europese Hof voor de Rechten van de Mens”. Met deze kronkelige zin ontkent hij dus dat het Catalaans irrelevant is als officiële taal bij het EHRM. Hiermee negeert Marchena, opperrechter van het Hooggerechtshof die op de hoogte zou moeten zijn, dat Andorra, met het Catalaans als officiële taal, ook onder de jurisdictie van het EHRM valt en daarom het Catalaans er officieel gebruikt wordt. Uit het neerbuigende woordgebruik van Marchena lijkt het bovendien dat hij niet geheel onpartijdig is.

Recht op hoger beroep
Een aantal van de aangeklaagden zullen worden berecht door het Catalaanse Hooggerechtshof in Barcelona. Anderen, de top van de Catalaanse politie, worden door het Audiencia Nacional in Madrid berecht. Indien zij schuldig worden bevonden, kunnen zij alleen in hoger beroep kunnen gaan bij het Spaans Hooggerechtshof. Maar omdat ditzelfde Hooggerechtshof de gevangen politici en burgerleiders berecht en dus al een mening heeft gevormd, is zo ‘n hoger beroep niet mogelijk.

Recht van veronderstelde onschuld
Er is geen twijfel mogelijk dat dit gerechtelijk proces een farce is, dat de Catalaanse leiders als schuldigen worden behandeld en dat het oordeel reeds is vastgesteld. International Trial Watch (ITW) organiseert daarom waarnemers van dertien organisaties, waaronder Euromed, Amnistia Internacional, Human Rights Watch en American Bar Association, om het proces bij te wonen. Het OM wil echter geen internationale waarnemers bij het proces. De Spaanse Openbare hoofdaanklager, de door de socialistische regering aangestelde María José Segarra, zei letterlijk: “We gaan geen waarnemers toelaten, want we hebben niets te verbergen.” Kan het tegenstrijdiger? Daarnaast gebruikt het OM het excuus dat de hoorzittingen per direct op TV worden uitgezonden. ITW bekritiseerd de houding van het OM en zegt dat zij met dit argument aantoont dat zij geen idee heeft wat het waarnemen van een rechtzaak inhoudt. De voorzitter van het college van advocaten in Madrid sloot zich bij de mening van het OM aan. Vooralsnog heeft het Hooggerechtshof zelf niet gezegd of de waarnemers al dan niet tot de rechtszaal zullen worden toegelaten.

Nawoord
Het Hooggerechtshof maakte vlak na dit schrijven bekend dat de hoorzittingen op twaalf Februari zullen beginnen. Ook zegt het Hof dat er wegens ruimtegebrek geen internationale waarnemers tot de rechtszaal worden toegelaten. Het Hof vindt het voldoende dat de hoorzittingen direct per TV worden uitgezonden. Ook de lijst met geaccepteerde getuigen werd gepubliceerd. Ignacio Cosido, die het WhatsApp bericht verstuurde waaruit bleek dat de voorzitter van de rechtbank gelieerd is aan de PP, wordt niet opgeroepen als getuige. Hier had de verdediging om gevraagd. Dit geldt ook voor Nobelprijswinnaar Noam Chomski, specialist op het gebied van mensenrechten en afgezant van de VN, en president Puigdemont omdat hij in Spanje verdachte in deze zaak (ondanks dat hij in Duitsland werd vrijgesproken en wereldwijd vrij man is).


Posted

in

by

Tags: