(840 woorden)
Op 28 April vonden in Spanje vervroegd algemene verkiezingen plaats. De Catalaanse vicepresident en gevangene Oriol Junqueras, de gevangen ministers Jordi Turull en Jordi Rull en de voorzitter van de burgerbeweging ANC, Jordi Sà nchez, werden verkozen tot leden van het Congreso de los Diputados. De eveneens gevangen Catalaanse minister van Buitenlandse Zaken Raul Romeva werd gekozen tot lid van Cámara de Senadores, de Spaanse Senaat.
Hoogleraar constitutioneel recht Javier Pérez Royo schrijft dat zij direct na de bekendmaking van het verkiezingsresultaat op de de avond van 28 April vrij hadden moeten worden gelaten en dat het gerechtelijk proces had moeten worden opgeschort. De wet schrijft voor dat vanaf het moment de senatoren en volksafgevaardigden gekozen zijn, zij zonder enige uitzondering juridische onschendbaarheid genieten. Alleen het Congres en de Senaat, of haar bestuur met voorzitter, kunnen deze onschendbaarheid opheffen. Het Hooggerechtshof, de enige die een gerechtelijk proces kan voeren tegen senatoren en congresleden, moet in zo ‘n geval toestemming vragen aan het Congres of de Senaat. Royo is erg duidelijk: Wanneer de wet zegt ‘zonder enige uitzondering’, dan kan er ook geen enkele uitzondering gemaakt worden. Ook niet dat het proces reeds begonnen is of dat de gekozen politici reeds in voorarrest zitten. Bovendien vind hij dat de Catalanen nooit in voorarrest hadden mogen worden gezet. Volgens hem zal het Europees Hof voor de Rechten van de Mens daar het Hooggerechtshof voor veroordelen. Met het excuus dat het proces reeds vergevorderd is en de beklaagden reeds voor hun verkiezing in voorarrest zaten, houd het Hooggerechtshof de gekozen Catalaanse leiders echter gevangen en gaat zij onverminderd door met het gerechtelijk proces tegen hen zondar dat daar zij toestemming aan het Congres en de Senaat heeft gevraagd. De hoogste rechtbank in Spanje begaat daarmee een illegaliteit, die door andere juristen als wetsfraude wordt bestempeld.
De rechtbank van het Spaanse koninkrijk waagt het echter niet om met haar beslissingen veranderingen aan te brengen in de gekozen geometrie van de Senaat en het Congres. Daarmee zou de invloed van de gerechtelijke macht op de politiek te duidelijk zijn. Iets wat Pablo Llarena, de onderzoeksrechter van dezelfde rechtbank, wel heeft bekokstooft bij het Catalaanse Parlement. Het Hooggerechtshof moest dus, tegen haar zin in, de politici tijdelijk vrij laten om hun geloofsbrieven op te halen en om aan de eerste zitting van de Senaat en het Congres deel te kunnen nemen. Dit levert ongehoorde beelden op die een democratie onwaardig is. De gevangen Catalanen werden geboeid in auto ‘s van de Guardia Civil, dit keer gewone personenauto ‘s en zonder het circus van sirenes, naar de gebouwen van het Congres en de Senaat gebracht. De auto ‘s doken de parkeergarages in waar de gevangenen van hun boeien werden ontdaan en overgedragen aan politie in burgerkleding. Eenmaal binnen in het Congresgebouw werd hen ieder contact met de pers geblokkeerd en konden zij niet met hun fractieleden vergaderen. Alleen tijdens de plenaire vergadering in de vergaderzaal van het Congres en de Senaat hadden zij de bewegingsvrijheid die het een volksvertegenwoordiger toehoort. Er vonden begroetingen en omhelzingen plaats met partijgenoten en leden van andere partijen. Maar er zijn ook blikken te zien van diepe haat en afgunst door leden van de unionistische partijen. De blik van de leider van Ciutadans, Albert Rivera, spreekt boekdelen. Ook ontmoeten de gevangenen hier de parlementsleden van de ultra rechtse en fascistische partij VOX. Dit keer niet als hun aanklagers van de rechtbank, maar als collega ‘s van het Congres van Afgevaardigden.
Bij de oprichtingsvergadering moeten de parlementsleden en senatoren worden ingezworen. Het viel Raul Romeva als eerste de beurt om dit te doen in de Senaat. Op de vraag: ‘Zweert of belooft u trouw aan de Spaanse grondwet?’ Was zijn antwoord: “Tot aan de uitroeping van de Catalaanse Republiek en altijd trouw aan vrijheid, gelijkheid en broederschap. Als politieke gevangene en me door de wet verplicht, beloof ik dat.” Zijn collega gevangenen en de andere leden van de Catalaanse onafhankelijkheidspartijen ERC en JxCAT deden hun beloften met vergelijkbare woorden. Na de eerste belofte schreeuwden de leden van de unionistische partijen en maakten kabaal om de uitspraken onhoorbaar te maken. Maar het is gezegd en nu voor iedereen in Spanje duidelijk: er is een politiek conflict dat niet vanzelf zal verdwijnen. Zelfs na meer dan anderhalf jaar voorarrest en de dreiging van 25 jaar gevangenisstraf helpen niet om de politieke ambities te onderdrukken. De Catalanen blijven stemmen voor hun onafhankelijkheid. De Europese verkiezingen zullen dit bevestigen indien Junqueras en president in ballingschap Carles Puigdemont voor het Europese Parlement worden gekozen. Er is dan geen Spaans Hooggerechtshof die de vrijheid en de rechten van de gevangenen en ballingen kan weerhouden. Spanje heeft een probleem dat haar bestaan in gevaar brengt. Maar ze heeft dat zelf, helemaal alleen, veroorzaakt en gevoed door het te negeren, met haar politiegeweld, onderdrukkingen en rechtsvervolgingen. Als de Catalaanse politieke partijen dezelfde eenheid behouden zoals zij in de Senaat en het Spaanse Congres deze dagen toonden, dan is er niemand binnen en buiten dit koninkrijk die de geboorte van een nieuwe onafhankelijke Republiek kan tegenhouden.