(1480 woorden)
Aanstaande vonnissen
We staan aan de vooravond van de publicatie van de gerechtelijke uitspraken tegen de Catalaanse politici die het referendum voor de Catalaanse onafhankelijkheid van 1 Oktober 2017 organiseerden en de leiders van de burgerbewegingen die dit referendum ondersteunden. Men verwacht deze uitspraak in de eerste helft van Oktober. De openbare aanklager van het Spaans Hooggerechtshof weet zelfs te vertellen dat de uitspraak op 12 Oktober zal vallen (om maar een idee te geven hoe de machten in Spanje gescheiden zijn). De leiders van de burgerorganisaties zitten op 16 Oktober namelijk twee jaar lang in voorhechtenis en zouden dan moeten worden vrijgelaten. Daarnaast doet het Europese Hof van Justitie op 14 Oktober een uitspraak of vicepresident Junqueras juridische onschendbaarheid geniet als lid van het Europees Parlement. Het Hooggerechtshof wil voorkomen dat zij Junqueras niet kan veroordelen na een uitspraak door het Europese Hof in zijn voordeel.
Alles wijst er op dat de veroordelingen zwaar zullen zijn en moeten dienen als voorbeeldstraffen tegen iedere poging om Catalonië van Spanje af te scheiden. De huidige Catalaanse president Quim Torra heeft aangekondigd dat hij de gerechtelijke uitspraak van het Hooggerechtshof alleen zal respecteren indien de politici en burgerleiders vrijgesproken zullen worden. Voor de rest weet niemand of en welke plannen hij in petto heeft. Gezien de verdeeldheid onder de Catalaanse politieke partijen is de verwachting echter niet erg hoog gespannen. Vanuit onbekende hoek, maar zeer waarschijnlijk vanuit de burgerbeweging of vanuit een club ongeorganiseerde burgers, ontstond de afgelopen dagen een beweging met de naam ‘Democratische tsunami’. In haar publicatie op Twitter beweert de beweging dat ‘we de huidige toestand veranderen zullen’. De nacht daarvoor waren in verschillende steden aanplakbiljetten met dezelfde tekst opgehangen. De publicatie kreeg bijval van alle leiders van de verschillende Catalaanse onafhankelijkheidspartijen. Velen denken en hopen dat de verdeeldheid nu eindelijk voorbij is.
Dat de zaak onder de bevolking broeit bleek ook uit de protestdemonstratie die gisteren, 20 September, werd gehouden. Het was de tweede verjaardag van de huiszoekingen op de Catalaanse ministeries door de Guardia Civil en een tiental arrestaties in de aanloop naar het referendum op 1 Oktober 2017. In navolging van de uitspraak van Jordi Cuixart (de leider van de burgerbeweging Omnium Cultural), tegenover de rechters van het Hooggerechtshof, riepen de demonstranten ‘We zullen het weer doen’. Daarin bedoelen zij het referendum als actie van burgerlijke ongehoorzaamheid tegen de Spaanse Staat. Want die dag verloor Spanje, naast haar geloofwaardigheid als een democratie, de controle over het grondgebied Catalonië. We zullen het weer doen.
Herverkiezingen
In Spanje zullen op 10 November wederom vervroegde verkiezingen plaats vinden. Het zal de vierde keer binnen vier jaar zijn dat de Spanjaarden worden opgeroepen om naar de stembus te gaan. Gedurende deze vier jaren werd Spanje amper geregeerd (er werden slechts 32 wetten aangenomen tegen 175 normaal) en moet zij het nog doen met de jaarbegroting van 2017. De politieke chaos in Spanje is een ramp voor het land en brengt haar naar de rand van de afgrond. Sinds de regering vanaf de verkiezingen van 28 April demissionair is, worden bovendien de toeleveranciers van de autonome gebieden, zoals die voor onderwijs en gezondheidszorg, niet uitbetaald waardoor deze diensten steeds minder gegarandeerd worden. De politieke crisis is de grootste binnen Europa sinds de Griekse crisis in 2004.
Aanleiding
In Mei 2018 diende de PSOE een motie van wantrouwen in tegen de Partido Popular (PP) regering van Rajoy. De corruptieschandalen spoten zijn oren uit en de positie van de PP regering was uiteindelijk zelfs voor Spaanse begrippen onhoudbaar geworden. De Catalaanse onafhankelijkheidspartijen CiU en ERC steunden de PSOE in haar motie en het vormen van een nieuwe regering. Zij trachtten daarmee de PSOE alsnog over te halen dat zij het zelfbeschikkingsrecht van de Catalanen zou respecteren. Ondanks dat de PSOE met de PP had ingestemd om de Catalaanse autonomie onder grondwetsartikel 155 op te schorten en de verantwoordelijke politici gerechtelijk te vervolgen als gevolg van het referendum van 1 Oktober 2017, steunden de Catalaanse partijen de regering van Pedro Sánchez. Maar uiteindelijk verloor Sánchez deze steun omdat hij standvastig een referendum over de Catalaanse onafhankelijkheid bleef weigeren. Dit resulteerde in de vervroegde verkiezingen op 28 April. Na deze verkiezingen werd de Spaanse socialistische partij PSOE als grootste partij gekozen. Sánchez had succes door de stem te vragen als rem tegen de verrechtsing (PP en Ciutadans) en het fascisme (Vox). Samen met de linkse partij Podemos, welke tijdens de economische crisis uit onvrede tegen de gevestigde machten was ontstaan, vormden zij een meerderheid in het Congres van afgevaardigden. Hoewel beide partijen in theorie van linkse signatuur zijn en daardoor natuurlijke bondgenoten zijn, kon Pedro Sánchez het niet met de leider van Podemos, Pablo Iglesias, eens worden.
Podemos kan niet worden verweten dat zij niet alles geprobeerd heeft om een coalitie te vormen met de PSOE. Zo stelde Iglesias uiteindelijk voor dat hijzelf niet in de regering zou deelnemen indien hij een persoonlijk obstakel zou vormen. De antimonarchie partij vroeg zelfs de steun van koning Felipe VI (ondanks dat de koning zich niet inhoudelijk met politiek kan bemoeien), door tijdens de informatierondes aan hem te vragen of deze er bij de PSOE op aan wilde dringen om tot een akkoord te komen. Maar de werkelijke reden dat het niet tot een akkoord kwam, is dat Podemos het recht op zelfbeschikking van Catalonië respecteerde. Uiteindelijk zwoer de partij al haar principes af, inclusief het zelfbeschikkingsrecht van de Catalanen. In de laatste uren voordat de deadline afliep waarbinnen een overeenkomst moest worden gesloten, beloofde Iglesias zelfs dat hij het opnieuw uitvaardigen van grondwetsartikel 155 zou steunen. Maar het mocht niet baten. Sánchez wilde Podemos niet als coalitiepartner in zijn regering.
Pedro Sánchez hoeft zijn kiezers niet meer te vragen om op hem te stemmen om de opkomst van ultra rechts te stoppen, want het is nu bewezen dat hij geen linkse regering wil. Ondanks zijn verkiezingsbelofte om rechts af te remmen, drong hij er bij de PP en Ciutadans op aan zich van stem te onthouden zodat hij een meerderheid zou hebben om te kunnen regeren zonder de steun van de Catalanen. De leider van de socialistische partij PSOE blijkt in de praktijk dus veel rechtser dan hij zegt te zijn en wil dus eigenlijk met helemaal niemand een regeringscoalitie vormen. Hij wil alleen regeren met slechts de steun van iedere willekeurige politieke partij, zij het Vox, PP, Ciutadans, Podemos of de kleine regionale partijen zolang deze niet Catalaans zijn. De Catalaanse onafhankelijkheidspartijen schuwt Sánchez alsof zij door de pest zijn besmet en, hoewel ERC haar stem gaf voor een linkse coalitie met Podemos, wilde hij zelfs van geen enkele onvoorwaardelijke steun vanuit deze hoek weten. Sinds de verkiezingen van 28 April heeft hij daarom ook nooit een onderhoud met de Catalaanse partijen gehad.
Excuus voor nog meer Catalaanse onderdrukking
Met de aankondiging van de verkiezingen laait ook de retoriek tegen de Catalanen weer op. De formule is simpel: wie het meest anti-Catalaanse is, trekt de meeste stemmen. Vox, Partido Popular en Ciutadans stellen al geruime tijd voor om de Catalaanse autonomie per direct op te heffen, de regionale publieke omroep af te sluiten en de scholen onder Spaans toezicht te stellen zonder dat daar een speciale aanleiding voor is. De PSOE wacht liever totdat de Catalaanse leiders een actie van wettelijke ongehoorzaamheid begaan. Welke en hoe groot is om het even. Al was het maar vanwege een spandoek of een gele strik aan het balkon van het paleis van de Catalaanse regering als protest tegen de politieke gevangenen.
Ook de Spaanse justitie draagt haar politieke steentje bij door van de Catalaanse president Quim Torra te eisen dat hij binnen 48 het spandoek moet verwijderen omdat dit de neutraliteit van de overheid tijdens de verkiezingscampagne (welke pas over ruim een maand begint) zou beïnvloeden. Torra, tegen wie reeds een proces loopt vanwege hetzelfde feit tijdens de verkiezingen van 28 April, heeft te kennen gegeven dat hij dit niet zal doen omdat daarmee de vrijheid van meningsuiting wordt geschonden. De kans is reëel dat Torra binnenkort wordt veroordeeld en uit zijn functie wordt gezet.
Indien de gevangen leiders schuldig worden bevonden bestaat daarnaast de mogelijkheid dat de Catalaanse politieke partijen illegaal zullen worden verklaard en zodoende niet met de Spaanse verkiezingen mee kunnen doen. De Spaanse Staat (haar politici, de media, justitie en de sociaal economische machten), zal er alles aan doen om het huidige regiem onder leiding van de opvolger van Franco, koning Felipe VI, te behouden. De kring van Spaanse politici die geneigd zijn om ‘artikel 155’ toe te passen is wijdverbreid van Vox, Ciutadans, PP, PSOE tot aan Podemos die zich recent bij de club heeft gevoegd. Afgezien van een enkele regionale partij uit Baskenland is daarmee nu iedere Spaanse politieke partij in het Congres voorstander voor het opheffen van de Catalaanse autonomie.
Met de aanstaande uitspraken van het Hooggerechtshof tegen de Catalaanse gevangenen en de te verwachten reacties daarop vanuit de Catalaanse gemeenschap is het zelfs niet ondenkbaar dat de Catalaanse autonomie reeds voor de verkiezingen zal worden opgeheven. Al was het maar uit electoraal winstbejag van de regeringspartij PSOE. Een nieuwe confronatie tussen Catalonië en Spanje is in aantocht.