(840 woorden)
Razzia’s
Op Maandagochtend 23 September hield de Spaanse Guardia Civil (GC), in opdracht van het Audiencia Nacional, razzia’s (anders dan dit kunnen de invallen en de huiszoekingen door de GC niet worden genoemd) bij negen Catalaanse burgers die zich actief inzetten voor de Catalaanse onafhankelijkheid. De operatie werd gedoopt met de naam ‘Judas’, omdat zij de patria Spanje zouden hebben verraden met hun streven naar onafhankelijkheid. De GC zegt al ruim een jaar deze terroristische groep te schaduwen. Zij worden door de openbaar aanklager van het Audiencia Nacional, dezelfde die de leden van de Catalaanse regering en de leiders van de burgerbewegingen gevangen zette wegens verdenking van gewelddadige oproer en opruiing, verdacht van terrorisme, opruiing en het in bezit hebben van explosieven. De GC zegt dat zij de groep al ruim een jaar volgt.
Terroristische materialen
Dezelfde dag publiceert de GC een propaganda video hoe zij één van de woningen binnensluipen met de geweren in de aanslag. Ze lopen daarbij door een garage waarin een oldtimer auto staat die gerestaureerd wordt. Één van de soldaten (de GC is een militaire eenheid) roert in een blik met afgewerkte olie. Deze wordt als een verdachte grondstof gekenmerkt ‘waarmee explosieven gemaakt zou kunnen worden, maar door specialisten nader moet worden bestudeerd’. Evenzo een elektrolyse bad om metalen onderdelen van een beschermende laag te voorzien wordt gekenmerkt als terroristisch materiaal. In een andere woning vond de GC explosieven. Het betreft vuurwerk voor de ‘correfocs’ van het aanstaande dorpsfeest.
Propaganda
Operatie Judas werd dezelfde dag in de Spaanse media en door de Spaans unionistische politici breed uitgemeten. Er werd direct gesproken van bommen en bevestigden dat hiermee de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging gewelddadig is. De woordvoerster van Ciutadans beschuldigde president Quim Torra tijdens het algemeen debat in het Parlement dat hij de burgervereniging CDR opdracht voor terroristische aanslagen heeft gegeven. Zij toonde daarbij een foto van gewonden door de ETA aanslag op de GC kazerne in Vic (1991) en vroeg de president ‘Is dit wat u wilt?’
Gerechtelijke onregelmatigheden
De rapporten van de GC zijn Orwelliaans: er wordt opvallend veel verondersteld, maar met weinig concrete feiten onderbouwd. Zo zouden plantenmest en waterstofperoxide, normaal verkrijgbare huishoudelijk middelen, ‘gebruikt kunnen worden’ voor het maken van explosieven.
De Vereniging van Rechters voor Democratie vindt dat de taal van de openbaar aanklager geen verdenking weerspiegelt maar eerder op een aanklacht lijkt. De Vereniging zegt dat hiermee de veronderstelde onschuld van de verdachten onder druk komt te staan.
Op dezelfde dag van de razzia’s werden twee gearresteerde CDR leden weer op vrije voet gelaten. Maar ze blijven wel officieel verdacht van terrorisme. Hoe valt het te rijmen dat levensgevaarlijke terroristen worden vrijgelaten?
De andere verdachten werden dezelfde dag naar Madrid afgevoerd. Hoewel zij van terrorisme worden verdacht en dus onder de terroristenwet zouden moeten vallen, klagen hun advocaten dat dit niet is gebeurd. Wel worden ze door de GC als zodanig behandeld en worden zij in isolatie gedurende 72 uren, op onbepaalde locatie en zonder dat hun eigen advocaten daar bij kunnen zijn, verhoord. Zij krijgen advocaten door de staat aangewezen. Een praktijk die sterk doet denken aan het Franco regiem.
De verdenking van zowel terrorisme als van opruiing is volgens de advocaten wettelijk onmogelijk. Later trok het OM de verdenking van opruiing weer in.
Zowel de GC als het OM lekken gedurende de daaropvolgende dagen details van het geheime gerechtelijke onderzoek naar de pers uit. Zo zegt de GC dat één van de verdachten heeft bekent dat hij explosieven in bezit heeft om ‘lawaai te maken’ ter viering van de tweede verjaardag van het referendum. volgens de GC wilde hij daarmee slechts materiele schade veroorzaken. Min of meer tegelijkertijd trekt het OM de aanklacht in dat de verdachten explosieven in hun bezit zouden hebben.
Op Donderdag 26 September accepteert de rechter van het Audiencia Nacional de argumenten van het OM om de verdachten onvoorwaardelijk gevangen te zetten. De advocaten van de gevangen CDR leden vernamen dit nieuws uit de pers, nog voordat zij officieel door het Audiencia Nacional op de hoogte waren gebracht. Met het excuus dat het gerechtelijk onderzoek geheim is, kennen de advocaten niet de argumenten van de rechter waarom hij tot deze conclusie is gekomen en kunnen hun cliënten daarom niet verdedigen. Zij uiten hun bezorgdheid (in Catalaans) voor hun cliënten en voor de vreemde situatie. Zij verklaren dat de rechten van hun cliënten tijdens en na hun aanhouding doorgaans geschonden worden .
Reactie Spaanse regering
In haar wekelijkse persconferentie zegt de woordvoerdster van de Spaanse demissionaire regering, Isabel Celáa, dat de GC haar werk in opdracht van het Audiencia Nacional discreet en waardig volgens haar roeping als gerechtelijke politie heeft uitgevoerd. De Spaanse regering eist van de Catalaanse president Torra dat hij de kans of het mogelijke geweld door de CDR scherp veroordeelt. De Spaanse regering eist een veroordeling van geweld dat nooit heeft plaats gevonden, maar zwijgt over haar banden met de leider van terroristen El Satty die een aanslag in Barcelona en Cambrils pleegden en ontkent het politiegeweld tegen de Catalaanse bevolking toen ze wilde stemmen voor een referendum.