Vijf sleutels om te herinneren voor morgen

Redactioneel Vilaweb

Morgen begint het parlement van Catalonië met het juridisch loskoppelen van de Spaanse staat, als er niets gebeurd, door het aannemen van de referendumwet. Hierdoor komen we in een nieuwe fase van het proces naar de onafhankelijkheid die gedurende een gehele decade het land in beslag genomen heeft. Het moment is belangrijk genoeg om te recapituleren hoe we tot hier gekomen zijn en om de unieke beslissing die morgen genomen wordt te verduidelijken.

1. Spanje heeft haar eigen regels gebroken met de uitspraak van het Statuut.

De oorzaak van dit alles is de uitspraak tegen het Statuut van Catalonië door het Constitutioneel gerechtshof. Het is vandaag de dag algemeen bekend dat dit een staatsgreep was tegen de eigen grondwet en dit betekende de breuk van een evenwicht die was opgericht aan het eind van het francisme.

De relatie tussen de centrale macht en de macht van het Catalaans autonome gebied was gebaseerd op de zogenaamde twee sleutels. Madrid behield altijd een sleutel in het geval Catalonië een bepaalde behoefte had: het goedgekeurde Statuut in Catalonië moest door het filter van Madrid gaan en zou kunnen worden veranderd. En Catalonië had ook haar sleutel: in het geval van verandering van het Statuut kon deze geweigerd worden in een referendum. Het proces was helder, transparent en evenwichtig. Een sleutel gaf garanties aan Spanje en de andere aan Catalonië. Ieder kon zijn zegje doen. De verschijning van een derde sleutel die tot dan toe nog nooit had bestaan en die door de PP werd gefabriceerd brak het grondwettelijke evenwicht en verbrak de harmonie. De schuldige waarom we nu hier zijn is de staat Spanje, door een eenzijdige actie, de uitspraak van het constitutionele hof, welke de overeenkomst van de verandering verbrak.

2. Spanje heeft geweigerd om over wat dan ook te onderhandelen, Niet alleen over de onafhankelijkheid, over alles.

Catalonië heeft niet het recht om een afscheiding met Spanje op te leggen, maar Spanje heeft ook het recht niet om haar eenheid op te leggen aan Catalonië. In het geval van een belangrijk politiek conflict, zoals we hier in het prinsendom (Catalonië, vert) hebben, onderhandelen is de enige mogelijke manier om tot een oplossing te komen. Dit liet het hooggerechtshof van Canada duidelijk zien in haar uitspraak over het referendum dat toen in Quebec werd gehouden.

De onderhandelingen zou op veel verschillende manieren kunnen plaatsvinden en over verschillende aspecten. Na de eerste grote Diada (Protestmanifestatie voor onafhankelijkheid op 11 September 2012, vert) stelde de Catalaanse regering een fiscale overeenkomst en een overeenkomst van culturele rechten voor. Dit voorstel werd niet alleen geweigerd, er werd gehakt van gemaakt. De Catalaanse politiek heeft, formeel, bijna twintig maal een voorstel ingediend om tegemoet te komen aan de Catalaanse behoefte. En ze hebben altijd geweigerd om te onderhandelen. Niet alleen nu, maar altijd heeft Madrid zo gehandeld. De Spaanse staat heeft de democratische beginselen geminacht die er op neer komen dat meningsverschillen worden opgelost door onderhandelingen in goed vertrouwen en met respect voor de democratische uiting van welk politiek project dan ook. En deze minachting ontkracht de Spaanse argumenten.

3. Het Catalaanse volk heeft haar parlement een duidelijk democratisch mandaat gegeven voor de uitroep van de onafhankelijkheid.

Met de verkiezingen van 27 September 2015 gaven de Catalaanse burgers een absolute meerderheid, uitgedrukt in parlementaire zetels, aan de krachten die zich hadden gepresenteerd met een programma voor de uitroep van een onafhankelijk Catalonië. Het feit dat men, uitgedrukt in stemmen, geen meerderheid van 50% behaalde,zij het bijna, heeft deze partijen er toe gebracht dat het nodig was om een duidelijke democratische optie te overwegen: een referendum.

Men heeft altijd gewild dat dit referendum in overeenstemming met de Spaanse staat zou zijn. Maar dit bleek onmogelijk. En het is juist deze weigering om ook maar over iets te onderhandelen wat een eenzijdige beslissing, welke het parlement morgen neemt, verklaart en legaal maakt. Er is geen enkele andere manier om gehoor te geven aan de politieke wens van de Catalaanse burgers die zij aan hun vertegenwoordigers hebben opgedragen.

4. De internationale wetgeving beschermt legaal het recht van zelfbeschikking, en zelfs van een eenzijdige afscheiding.

Het zelfbeschikkingsrecht van ieder volk is een essentieel gedeelte van de Internationale wetgeving. Het is een absoluut recht die boven iedere nationale wetgeving staat. Want zij vormt een deel van de twee conventies van de mensenrechten van de VN uit 1966 en wordt erkent als een legale norm die boven de Spaanse grondwet staat.

Het Catalaanse parlement kan op legitieme wijze dit algemeen principe van de internationale wetgeving toepassen als bescherming voor het referendum. En sterker zelfs: de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof over Kosovo heeft definitief twee heel belangrijke dingen verklaard. Er is geen enkele internationale wet tegen de eenzijdige uitroep van de onafhankelijkheid van een gebied en dat de onschendbaarheid van de grenzen van een gebied alleen geld voor conflicten tussen staten. Deze onschendbaarheid mag in geen geval de afscheiding van een gedeelte van een staat belemmeren.

5. De internationale praktijk toont expliciet ondersteuning aan processen van zelfbeschikking en dit resulteert normaal gesproken in de acceptatie van de nieuwe staten in de internationale samenleving.

Enkele cijfers ter verduidelijking. Vanaf 1991 hebben 53 eenheden van behoorlijke grootte, zoals Catalonië, een referendum over zelfbeschikking gehouden. Van deze referenda zijn er 27 in overeenstemming met de moederstaat gehouden en 26 waren eenzijdig. De Spaanse staat heeft 26 van de 27 nieuwe staten geaccepteerd die sinds 1991 werden gesticht. Hiervan werd de meerderheid eenzijdig uitgeroepen. In werkelijkheid, 7 van de 28 staten die vandaag de dag een deel van de Europese Unie zijn, vormden in 1991 een deel van andere staten, vergelijkbaar met Catalonië vandaag. De 7 lidstaten van de EU die in 1991 niet onafhankelijk waren (Kroatië, Slovenië, Estland, Letland, Litouwen en de Tsjechische Republiek), ontstonden allemaal op eenzijdige manier en 5 van deze gevallen met een eenzijdig referendum. En allen zijn door Spanje erkent en vormen deel van de EU.

Binnen de EU, alhoewel er geen legale regeling is wat te doen in geval van een afscheiding van een lidstaat, bestaat er wel een consistente praktijk met respect en erkenning voor referenda over zelfbeschikking. Bijvoorbeeld, de EU heeft belangrijke beslissingen genomen na de resultaten van de referenda van Saarland (1955), Groenland (1982), en de Brexit (2016) en heeft geen enkele obstructie gevormd tegen het referendum van Schotland (2014). Al deze referenda werden binnen het territorium van de EU gehouden. Vandaag de dag zijn er zeven die zij geaccepteerd heeft als lidstatendie welke ontstaan uit eenzijdige processen. Bij de uitvoering van zelfbeschikking van staten heeft de EU onderhandeld en ondersteund, zoals Kosovo. Zelfs in geval van duidelijke Spaanse tegenstand.

Samenvattend: als we tot hier gekomen zijn is dat in principe dankzij de legitimiteit van het Catalaanse parlement, verkregen door de bevolking met de verkiezingen van 27 September en de legitimiteit verkregen door de internationale samenleving voor het recht van zelfbeschikking. Maar we zijn ook zover gekomen dankzij de met volharding onrechtvaardige Spaanse positie, die tegengesteld is aan de internationale regels en praktijken en die uiteindelijk haar eigen grondwet geweld aan doet met resulterende gevolgen.

Nu, dus, is het moment om de stap te zetten, met de alsmaar toegenomen burgerlijke kracht gedurende deze decade en het bewustzijn dat de internationale gemeenschap zal reageren zoals altijd: geleid door de behoefte om een politiek conflict op te lossen dat niet door wetten kan worden verstikt.


Posted

in

by

Tags: