gepubliceerd op 16 Mei 2024
In Spanje werd tijdens de Franco-dictatuur gemarteld, en dit gebeurt vandaag de dag nog steeds. En het ergste van alles is de straffeloosheid.
Vertaling van
La comissaria de la Via Laietana, la desmemòria del govern espanyol
Gemma Pasqual i Escrivà
De Spaanse regering erkent het politiebureau Via Laietana als herinneringscentrum, maar is niet van plan het te sluiten. Het is onmogelijk om met zekerheid te weten hoeveel mensen er op dit politiebureau zijn gemarteld. In een poging deze misdaden onder een deken van stilte en straffeloosheid te verbergen, beval de Spaanse minister van Binnenlandse Zaken, Rodolfo Martín Villa, in 1977 de vernietiging van de archieven van de politiediensten. In ieder geval spreken sommige onderzoekers over duizenden mensen uit het hele ideologische spectrum en sociale profiel.
Een vergeten herinnering, omdat het de gevallen van marteling in de democratie negeert. Net zoals de zaak van Blanca Serra, Eva Serra, Maria Teresa Lecha, Montserrat Tarragó, Mireia Comas, Ruth Gavarró, Núria Cadenes of Xènia Garcia, werden op 18 Oktober 2019 Paula en Guillem gearresteerd in de Via Laietana. De getuigenissen van wat er in dit martelhuis is gebeurd, zullen nooit uit mijn geheugen worden gewist.*
De muren van de ‘Jefatura Superior de Policía de Barcelona’, aan de Via Laietana, zijn stille getuigen geweest van een systematische praktijk van mishandeling en marteling, met totale straffeloosheid en schending van fundamentele rechten, misdaden tegen de menselijkheid, willekeurige detenties om politieke redenen, om redenen van seksuele geaardheid, genderidentiteit, strijdbaarheid van vakbonden, strijdbaarheid van buurten, etnische of rassendiscriminatie of toewijding aan de Catalaanse taal en cultuur.
Zoals de Dignity Commission beweert, moet het politiebureau worden beheerd door de herdenkingsentiteiten en worden overgedragen aan de Generalitat (Catalaanse regering). Alleen zo kan een adequate en respectvolle behandeling van de historische herinnering worden gegarandeerd. De hoogste Spaanse autoriteiten, waaronder het staatshoofd en de minister van Defensie, moeten zich verontschuldigen voor de mensenrechtenschendingen midden in de stad Barcelona.
De muren van het politiebureau aan de Via Laietana verbergen niet alleen de herinneringen aan de verschrikkingen van het Franco-regime, maar ook aan de ‘imperfecte’ democratie, zoals de krant The Economist Spanje in 2022 beschreef. Sinds de Spaanse staat het Verdrag tegen foltering ondertekende – in 1985 – en in 1987 werd geratificeerd, zijn de klachten over gevallen van marteling en mishandeling door de instanties en veiligheidstroepen niet gestopt. In Spanje werd tijdens de Franco-dictatuur gemarteld, en dit gebeurt vandaag de dag nog steeds. En het ergste van alles is de straffeloosheid. In de zeldzame gevallen dat agenten door een rechter worden veroordeeld, krijgen ze automatisch gratie van de overheid.
Een van de meest flagrante gevallen is die van een Spaanse politieagent die zich heeft uitgesproken tegen de Democratische Tsunami en tegen wie een onderzoek is ingesteld wegens marteling in verband met de Paula- en Guillem-zaken. Deze officier, die zich presenteert als aanklager voor de verwondingen die hij zou hebben opgelopen tijdens de strijd tegen de protesten, wordt onderzocht wegens mishandeling, marteling en vernederende behandeling bij twee verschillende rechtbanken in Barcelona, door de 30e en de 11e rechtbank.
Guillem, de jongen in het oranje sweatshirt, die als minderjarige aan de Via Laietana werd gearresteerd en naar de prefectuur werd gebracht, legde uit: ‘Toen ik de prefectuur aan de Via Laietana binnenkwam, kreeg ik elke keer een paar klappen op mijn hoofd en in mijn nek waneer ik probeerde op te kijken. Ze vernederden me daarbinnen, lieten me op de grond knielen, met mijn gezicht naar de muur en werd door hen allemaal omringd.”
De Spaanse staat is tien keer veroordeeld door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens omdat zij geen onderzoek heeft gedaan naar beschuldigingen van marteling. Van deze tien was in zeven gevallen Fernando Grande-Marlaska, de huidige minister van Binnenlandse Zaken, de onderzoeksrechter. Aan de andere kant hebben internationale mensenrechtenorganisaties, zoals onder meer het Comité tegen foltering, de speciale rapporteur voor de kwestie van foltering of de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa, gewaarschuwd dat de Spaanse autoriteiten niet alle noodzakelijke maatregelen nemen om marteling uit te bannen en om de straffeloosheid voor misdaden te voorkomen, en hebben situaties aan de kaak gesteld die de mensenrechten schenden.
Nog met de kater van de verkiezingsuitslag, is het tijd voor afspraken. De sluiting van het politiebureau Via Laietana, dat blijft functioneren tot schande van alle democraten, zou aan alle onderhandelingstafels ter sprake moeten komen. Het erkennen van dit huis van verschrikkingen als een centrum van herinnering en het niet sluiten ervan is een perversiteit van de Spaanse staat. De herinnering aan de slachtoffers kan niet samengaan met die van hun folteraars.
Marteling moet worden vervolgd, verworpen en sociaal gerepareerd worden met een wettelijke sanctie. Dat is op zichzelf al de grootste collectieve schadeloosstelling die kan worden gedaan met betrekking tot de slachtoffers: gerechtigheid toepassen, strijden tegen straffeloosheid en de vergetelheid, terwijl tegelijkertijd de rechten van de slachtoffers worden gegarandeerd om de waarheid te weten, rechtvaardigheid en de garantie dat dit niet meer zal gebeuren. Het is essentieel om misdaden uit het verleden niet te vergeten en te proberen ze niet te herhalen. Daarom is het essentieel om het gebouw van de “Jefatura Superior de Policía” aan de Via Laietana te transformeren in een ruimte van herinnering, documentaire archieven en interpretatiecentrum van straffeloosheid en marteling.
* Noot vertaler: Gemma Pasqual i Escrivà is auteur van het boek ‘Torturades. Via Laietana 43. Vint-i-dues dones, testimonis del terror ‘ (‘Gemartelden, Via Laietana 43. Eenentwintig vrouwen, getuigenissen van terrreur’)