Bron: Redactioneel Vilaweb
Noot vertaler
Naar aanleiding van de beschuldiging dat de presidenten van de burgerorganisaties Assemblea Nacional Catalana (ANC) en Omnium Cultural worden beschuldigd van ‘sedios’.
Het Spaanse woordenboek DIEC vertaald dit als: Opstandeling tegen de gevestigde orde
Het RAE: Collectieve opstand en geweld tegen de autoriteiten, de openbare orde en de militaire discipline, zonder dat het niveau van rebellie wordt bereikt.
Beide burgerorganisaties zijn de motor achter de onafhankelijkheidsbeweging, maar hebben bovenal democratie en vreedzaamheid als prioriteit. De manifestaties van de afgelopen zes jaren op 11 September, waarin 1 a 2 miljoen mensen aan deelnamen, laten dit vreedzame karakter overtuigend zien.
Redactioneel Vilaweb, 23 September 2017
Nu noemen ze ons opstandelingen. In feite, beschuldigen ze ons van opstandelingen. Tegen ons allemaal die naar de protestmanifestaties zijn gegaan om onze Catalaanse overheidsinstituten te verdedigen. Met tienduizenden personen, honderdduizenden personen We zijn allemaal opstandelingen. Dit zegt de openbaar aanklager Miguel Ãngel Carballo Cuervo op een papier dat de geschiedenis in zal gaan als de beroemde gerechtigheid. Hij zal het nooit begrijpen, maar de beschuldiging is voor mij een eer.
Want ik denk dat het een eer is om van opstandeling beschuldigd te worden door een staat die haar eigen wetten vertreedt om de democratische rechten aan te vallen. Het is een eer om beschuldigd te worden van opstandeling door hen die politici gevangen nemen, de media bedreigen, het recht op vrije briefwisselingen aanvallen, websites sluiten, de onderlinge afhankelijkheden en hiërarchie van een regering negeren, huiszoekingen doen in drukkerijen zonder gerechtelijke bevel of schooldirecteuren bedreigen. Onder deze omstandigheden en met zulk gedrag, wil ik onder de verdedigers behoren: ik prefereer beschuldigd te worden van opstandigheid.
Het is een privilege om beschuldigd te worden van opstandigheid wanneer het gaat om de democratie te verdedigen. Wanneer ze een uitvlucht zoeken in een grondwet die door de militairen van Franco werd gedicteerd. Wanneer ze ons zeggen dat hun papier belangrijker is dan wat onze handen kunnen , maakt niet uit wat we doen. Misschien hebben we alles bijelkaar gezien er veel te lang over gedaan om ons er mee te confronteren. Maar het taboe houdt geen steek: het zijn de mensen die beslissen, niet de oude, gebarsten tafels (grondwet, vert.) die we niet meer als de onze beschouwen.
Sterker nog, deelnemen aan een opstand is vandaag de dag een standpunt zonder excuses. Want degenen die ons van opstandigheid beschuldigen, proberen alleen maar hun corrupte regiem in stand te houden en zien deze voor het eerst serieus bedreigd. En ik zal me nooit aan de kant scharen van degenen die cynisch zeggen ‘de dader moet zelf voor de gevolgen opdraaien’ terwijl ze zelf de meest corrupte politieke partij in Europa zijn met honderden leden die nog geen verantwoording hebben afgelegd, terwijl ze ongestraft harde schijven vernietigen [1], terwijl ze de scheiding tussen de machten geweld aan doen en de overheidsinstellingen naar hun hand stellen, alleen maar voor hun eigenbelang en voor hun partij.
Maar bovenal, wil ik hierbij zeggen dat vandaag de dag is opstandigheid een morele plicht. Ik ben opstandig want ik neem stelling. Ik kan me geen afstandelijke houding permitteren in een situatie van papiertjes tegen gewapende politie, democratisch gekozen politici tegen een aanklager en speciale rechtbanken, de stem van een vreedzaam volk tegen de brute kracht van een niet legitieme staat. Sterker zelfs: ik ben opstandig, en met trots, want ik heb dit van jongs af aan geleerd en sindsdien heb ik altijd geloofd dat tussen vrijheid en tirannie is eenvoudigweg geen mogelijkheid om te kiezen.
[1]
De PP heeft in haar hoofdkantoor in Madrid de harde schijven van de computers van hun penningmeester op professionele wijze geformatteerd. Dat was op een moment toen de penningmeester al in de gevangenis verbleef en een gerechtelijk onderzoek liep (en nog steeds loopt) tegen de penningmeester en de PP zelf wegens een geheime boekhouding. Als excuus voor de vernietiging van de gegevens voerde de PP de bescherming van persoonsgegevens aan.