De Catalaanse politie, de Mossos d’Esquadre, heeft ondertussen aangifte gedaan dat de spaanse politiecorpsen zich niet aan hun woord hebben gehouden. Er was afgesproken dat de Mossos zouden trachten om het stemmen een halt toe te roepen en de stembussen in beslag te nemen. Indien zij op hevig en gewelddadig verzet zouden stuiten, dan zou zij de hulp van de spaanse politiecorpsen inschakelen. De spaanse politiecorpsen zijn echter hun eigen gang gegaan en hebben zonder enige ruggespraak met het Catalaanse politiecorps, maar wel met het bekende geweld, stemlokalen aangevallen en stemmers getrapt, met de stok geslagen, trappen afgegooid, vingers gebroken en nog veel meer. Ongeacht leeftijd: zowel jongeren als bejaarden en ongeacht politieke voorkeur: zowel unionisten als voorstanders voor onafhankelijkheid. Hoe het zover heeft kunnen komen kan worden verklaard door een beeld te schetsen van het hoofd van de gaurdia civil. Dit hoofd is namelijk ene Diego Pérez de los Cobos. Hij staat bekend als overtuigd falangist. Hij bood bijvoorbeeld vrijwillig zijn hulp aan bij de staatsgreep door de gaurdia civil op 23 Februari 1981. In de jaren negentig was hij gestationeerd als guardia civil in Baskenland om de ETA te vervolgen. In 1997 werd Pérez de los Cobos, samen met vijf andere agenten, veroordeeld voor het martelen van ETA lid Kepa Urra. Zijn eer, inclusief de bijbehorend medailles, werd afgenomen en hij kreeg een gevangenisstraf van vier jaar. Hij begon zijn carrière op binnenlandse zaken in 2006 onder de socialistische minister Alfredo Pérez Rubalcaba.
De naam de los Cobos komt in Catalonië bekend voor omdat zijn broer, Pérez de los Cobos, tot voor kort president van het Constitutioneel Hof was. Deze rechter was tijdens zijn aanstelling aan het Constitutioneel Hof, geheel tegen de regels in, lid van de politieke partij PP en had reeds zijn afgunst tegen het Catalanisme publiekelijk getoond. Als lid van dit Hof was hij in 2010 medeverantwoordelijk voor het ongeldig verklaren van het Statuut dat tussen de Catalaanse en de Spaanse politiek tot stand was gekomen, en in een referendum in Catalonië was goedgekeurd. De omverwerping van het Statuut door het Constitutioneel Hof, waarin werd geschrapt dat Catalonië een natie is en dat daarom het Catalaans geen hoofdvoertaal in haar autonome regio kan zijn, wordt gezien als het begin van de onafhankelijkheidsbeweging. De vader van deze broers was ook politiek actief. Hij presenteerde zich in 1977 voor de verkiezingen in Murcia voor de extreem rechtse partij Fuerza Nueva.
Het is geen toeval dat Diego Pérez de los Cobos aan het hoofd van de guardia civil staat. Daarvoor is hij aangesteld, notabene door een minister van de socialistische partij PSOE, doorgaans gezien als meer gematigde partij, nadat Diego een crimineel verleden had. Ook de bewezen partijdigheid van zijn broer toen hij reeds enkele jaren lid van het Constitutioneel Hof was en later zelfs als president van dit Hof werd aangesteld, is geen toeval geweest. De leden van het Constitutioneel Hof worden door de politiek, de PP en de PSOE, voorgesteld en vervolgens aangesteld door de kroon.
Wat ik hiermee probeer duidelijk te maken is dat bijna de gehele spaanse overheid, het ambtenarenapparaat, een groot deel van de politiek, en zelfs het hoofd van de spaanse staat, de kroon (welke door Franco als zijn opvolger werd aangewezen), doordrongen is van het neo francisme en dat deze beweging, en haar geweld, systematisch oogluikend wordt toegelaten. De haat tegen de Catalanen en hun cultuur wordt, zoals reeds in een eerder artikel gezegd, reeds gedurende tientallen jaren gevoed, want dit levert stemmen op voor de politieke partijen. Met name de PP is hier schuldig aan. De ontwikkelingen van de laatste weken, en ook die van de periode die ons nog te wachten staat, bevreemd ons in Catalonië nagenoeg niet. Afgezien van het geweld dat de politie op 1 October heeft gebruikt. Weinigen in Catalonië hadden verwacht dat spanje zó ver zou gaan. Al was het maar om niet hun reputatie als democratie te verliezen. Maar blijkbaar heeft spanje daar weinig moeite mee. De buitenwereld begint dit nu misschien een heel klein beetje in te zien. Maar ze ziet nog maar het topje van de ijsberg. Dat blijkt wel uit de reacties van het Europese Parlement en de Europese Commissie, die handelt in de lijn van de EU lidstaten, met name de meest invloedrijke zoals Duitsland, Frankrijk, Italië, Groot Brittanie en, verassing!, spanje.