In de Volkskrant van 22 Juni werd een interview van sportjournalist en schrijver Edwin Winkels gepubliceerd. Ik wil reageren op zijn uitspraak over het onafhankelijkheidsstreven van Catalonië omdat Winkels, net als schrijver dezes, een Nederlander is die in Catalonië woont, maar blijkbaar een totaal andere ervaring en visie heeft.
Hem werd gevraagd: “Catalonië als autonome regio of als republiek?” Winkels vind dat Catalonië absoluut geen onafhankelijke republiek moet worden. Dat is zijn persoonlijke mening en die mag hij natuurlijk hebben. Als hij in Catalonië stemgerechtigd is, mag hij daar zelfs over meebeslissen door het uitbrengen van zijn stem in een referendum over dit onderwerp. In de aanloop naar het referendum van 1 Oktober 2017 waren het nota bene de voorstanders van de Catalaanse onafhankelijkheid die de unionisten aanmoedigden om ook te gaan stemmen. De Spaanse regering hield geen enkele campagne, zoals de Britten deden bij het referendum in Schotland in 2014 ‘Better together’. Wel dreigden de Spaanse overheden met geweld en hield de Policia Nacional en Guardia Civil razzia’s bij overheidsinstellingen en privébedrijven op zoek naar stembriefjes, stembussen en geadresseerde post naar de stemgerechtigden.
In eerste instantie had Winkels sympathie voor het ‘proces’, zoals het onafhankelijkheidsstreven wordt genoemd. Maar door de “gekte van het afgelopen jaar” heeft hij deze sympathie verloren. Want het heeft de Spanjaarden van niet-Catalaanse geboorte en de (autochtone) Catalanen in twee groepen verdeeld, zoals Spanje en Catalonië verdeeld zijn. Als (sport)journalist zou Winkels moeten weten dat deze “gekte” is ontstaan door het gewelddadig optreden van de Spaanse politie en Guardia Civil. Ik zeg het hier nog maar een keertje, want het schijnt bij sommige mensen maar niet door te dringen: de DEMOCRATISCH gekozen Catalaanse regeringen van de afgelopen zes jaren hebben VELE MALEN aan de Spaanse regering gevraagd om een referendum te kunnen houden over de Catalaanse onafhankelijkheid. Deze vraag was ontstaan uit de behoefte van een GROOT DEEL van de Catalaanse bevolking. Winkels suggereert dat het om een etnische conflict gaat, terwijl de Catalaanse bevolking doorgaans bekend staat om haar open en multiculturele karakter, inclusief de Spaanse cultuur. Wat Winkels beweerd, is niet zonder risico. De extreem rechtse partijen, zoals Partido Popular en Ciutadans, proberen op deze manier zelfs het Catalaanse conflict te ‘balkaniseren’, verwijzend naar de bloedige oorlogen en etnische vervolgingen aldaar in de jaren negentig.
Winkels heeft gelijk dat velen die voor de Catalaanse onafhankelijkheid zijn, nogal teleurgesteld zijn in hun politieke leiders en in het verloop van het proces naar een onafhankelijke Republiek. Maar dit is een direct gevolg van het gewelddadig optreden van de politie tijdens het referendum, de regelrechte staatsgreep van de Spaanse regering door (volledig tegen de Spaanse grondwet en het Catalaanse Statuut in) de Catalaanse regering te ontslaan en het Catalaanse Parlement te ontbinden onder het EXCUUS van grondwetsartikel 155, en door de STERK PARTIJDIGE rechtbanken (1) die de Catalaanse politici beschuldigen van GEWELDDADIGE OPROER, waardoor de politici naar het buitenland moesten uitwijken of gevangen zijn gezet nog voordat ze zijn berecht. De Duitse rechtbank van Sleeswijk-Holstein is in haar uitspraak over de uitlevering van president Puigdemont zeer duidelijk dat de Catalaanse regering geen geweld heeft gebruikt of daar aanzet voor heeft gegeven. Deze rechtbank zegt dat Puigdemont en zijn regering het resultaat van het referendum wilden gebruiken als startpunt om te onderhandelen met Spanje. Puigdemont kan daarom niet worden uitgeleverd en berecht in Spanje wegens oproer. (Zijn ministers zitten echter nog steeds gevangen voor deze beschuldiging.) De Catalaanse bevolking en de politici hadden echter nooit verwacht dat Spanje, inclusief haar koning Filipe VI met zijn harde toespraak tegen de Catalaanse bevolking op 3 Oktober, zó gewelddadig en onrechtvaardig zou optreden. Na het referendum verkeerde men in een SHOCKTOESTAND die nog steeds emotionele en politieke effecten heeft. De politici en de leiders van de burgerbewegingen worden gevangen gehouden, onder de valse beschuldiging van oproer en geweld, als GIJZELAARS die de onderzoeksrechter van het Hooggerechtshof gebruikt om het POLITIEKE verloop in Catalonië en de samenstelling van het democratisch gekozen Parlement en de regering te beïnvloeden. De nasleep van het referendum, en de directe dreiging van militair geweld, heeft de Catalaanse politici afgeschrokken om de Republiek in werking te stellen. Het is logisch dat veel voorstanders van de Catalaanse Republiek teleurgesteld zijn, maar de Catalaanse politici hebben daar weinig of geen schuld aan. Ze kunnen hoogstens naïviteit worden toegerekend omdat ze te weinig, of geen, rekening hebben gehouden met mogelijk politie en militair geweld en een staatsgreep van Spaanse zijde.
Daarnaast noemt Winkels de media in Spanje van beide kanten zeer partijdig, wat polarisatie van de bevolking in de hand werkt. De Spaanse media brengen inderdaad zeer eenzijdige nieuws, verzwijgen of verdraaien de feiten en laten voornamelijk tegenstanders van de Catalaanse onafhankelijkheid aan het woord. Dit geld voor de privé TV kanalen, de kranten, maar ook voor de Spaanse publieke omroep. Onlangs protesteerden de journalisten (in Catalaans) van de Spaans publieke omroep bij het Europese Parlement tegen de censuur die hun politieke bestuur hen oplegt. De Catalaanse publieke omroep kan daarentegen niet worden beschuldigd van eenzijdige nieuwsberichtgeving en opinievorming, ondanks dat de Spaanse politici de Catalaanse omroep, naast de scholen, beschuldigen van indoctrinatie. De statistieken laten duidelijk zien dat TV3 en radio Catalunya evenwichtig de voor-en tegenstanders aan het woord laten in hun praatprogramma’s, interviews en nieuwsberichten.
Volgens Winkels is er binnen Catalonië een kloof ontstaan die te vergelijken is met de kloof tussen Spanje en Catalonië. Misschien is het goed om eerst eens te kijken wat nu eigenlijk de oorzaak van dit conflict is. De wil naar Catalaanse onafhankelijkheid is gegroeid door de uitspraak in 2010 van een sterk gepolitiseerd Constitutioneel Hof dat het Catalaanse Statuut vernietigde en de Catalanen niet als natie ziet, zoals in het Statuut wordt beschreven. Hiermee werden de Catalanen, met hun identiteit, hun taal, cultuur en eigen geschiedenis door de Spaanse grondwet geminacht en hun bestaan ontkent. Daar begon het probleem: door een gepolitiseerd Hof, aangesteld door politici die zijn gekozen door een achterban van Spanjaarden die het Catalaanse volk doorgaans minachten. Het gebrek aan respect voor en het beledigen van Catalanen levert in Spanje nu eenmaal stemmen op. De voorstanders van de Catalaanse onafhankelijkheid hebben er altijd op gestaan dat zij dit meningsverschil op een vreedzame, democratische manier willen oplossen door TE STEMMEN. En dat is wat Spanje altijd verboden heeft en, met haar nieuwe socialistische regering, nog steeds verbied. Spanje blokkeert een democratische oplossing voor een politiek probleem. Het is niet het referendum dat het probleem heeft veroozaakt. Het referendum is de oplossing van een probleem dat er al lag. Maar wat is het alternatief als een democratische oplossing wordt tegengehouden? En daarmee komen we uit op de zogenaamde kloof, een diepe (?) verdeeldheid onder de Catalaanse bevolking. Hoe diep deze kloof is en of deze uit twee gelijke helften bestaat, zoals Winkels suggereert, weten we niet want we mogen het niet meten. Het geweld vanuit de ultra-rechts Spaans nationalistische hoek is de laatste maanden echter wel sterk toegenomen. Bovendien wordt dit geweld bij herhaling en structureel door de politie en gerechtelijke macht toegelaten en niet veroordeeld (2). Het dragen van een geel strikje op een trui of jas uit protest tegen de politieke gevangenen is niet meer geheel zonder gevaar. Het toenemende geweld, een uiting van deze kloof, komt duidelijk van één kant, namelijk van een zeer gewelddadige minderheid.
Uiteindelijk gaat het er niet meer om of de Catalanen wel of niet zichzelf willen besturen, voor zichzelf willen uitmaken hoe zij de dingen doen, maar gaat het om de verdediging van FUNDAMENTELE RECHTEN, zoals zelfbeschikking (3), vrije meningsuiting (4), vrijheid van vergadering (5) en de internationale politieke rechten van gekozen leiders (6) die in Spanje met voeten worden getreden.
(1) De Europese Raad heeft er de afgelopen jaren bij herhaling op gewezen dat de aanstelling van de rechters bij de hogere Spaanse rechtbanken, zoals het Constitutioneel Hof, het Hooggerechtshof en het Audiencia Nacional, moet worden veranderd omdat de politiek een (te) grote invloed op de benoemingen heeft. Een goede uitleg hoe het Spaanse justitiele apparaat functioneerd en waarom, is te vinden in dit Engelse artikel.
(2) Eén voorbeeld, van de vele, ongestrafte geweldplegingen door Spaans nationalisten is die van persfotograaf Jordi Borrà s. Borrà s is gespecialiseerd in het vastleggen van de ultra-rechts en Spaans-fascistische beweging. Twee weken geleden werd hij in centrum Barcelona in elkaar geslagen. Terwijl de aanvaller sloeg, riep hij “Leve Spanje, Leve Franco”. Barrà s brak daarbij zijn neus (en zijn camera). Toen het aanwezige publiek de aanvaller probeerde tegen te houden, liet hij zijn penning zien. Hij bleek een anti-terrorisme inspecteur van de Policia Nacional te zijn. Hij werd niet geschorst en is nog gewoon in functie.
(3) Het zelfbeschikkingsrecht van personen en van volkeren is een fundamenteel recht dat Spanje heeft erkent door haar lidmaatschap van de Verenigde Naties. Het verbod op een referendum over zelfbeschikking werd in 2005 uit de Spaanse strafwet verwijderd om het referendum over de het nieuwe Catalaanse Statuut mogelijk te maken. De Spaanse politici blijven er echter bij dat zo’n referendum illegaal is.
(4) Het Constitutioneel Hof verbood het Catalaanse Parlement dat, zelfs volgens het Statuut, soeverein is en alleen verantwoording aan haar kiezers hoeft af te afleggen, om te debateren en te stemmen over de onafhankelijkheid van Catalonië.
(5) Hetzelfde Hof heeft bij herhaling de plenaire vergadering van het Catalaanse Parlement verboden.
(6) President Puigdemont werd herkozen in de door de Rajoy opgelegde verkiezingen van 21 December. De onderzoeksrechter van het Hooggerechtshof, Pablo Llarena, heeft de instelling van Puigdemont, en van twee andere gekozen parlementariërs, als president van Catalonië tegengehouden. Dit verbod gaat zelfs regelrecht tegen de Spaanse wetgeving in. Llarena dreigde echter met gerechtelijke vervolgingen wegens wettelijke ongehoorzaamheid van de Catalaanse kamervoorzitter, net zoals hij heeft gedaan bij zijn voorgangster die nu gevangen zit. Deze zaak wegens de schending van de politieke rechten loopt nu bij de Mensenrechtencommissie van de VN (UNCHR) in Geneve. De VN advocaat van Puigdemont, Ben Emmerson, noemt de argumenten van Spanje tegen de aanklacht pathetisch. Hij verwacht dat de Commissie binnenkort een uitspraak zal doen en dat dit ‘grote gevolgen’ voor de gevangen politici zal hebben.