In de ochtend zegt Spaans president Pedro Sanchez in een persconferentie dat hij de grondwet wil veranderen. Niet omdat er vorige week op 11 September 1 miljoen mensen in Barcelona op de been waren en riepen: ‘Wij willen een verandering in de grondwet’, want dat riepen niet. Zij riepen ‘vrijheid’ en ‘onafhankelijkheid’. Maar gedurende deze gehele persconferentie werd met geen woord over deze mega demonstratie en over het grootste probleem dat Spanje op dit moment heeft en haar voortbestaan in de huidige vorm bedreigd, gerept. Nee, Sanchez heeft het in zijn bol gehaald om de Spaanse grondwet van 1978, voor de tweede keer in haar bestaan, aan te passen voor iets waar niemand om gevraagd heeft. Hij wil het aantal personen dat in Spanje juridisch onschendbaar is (aforats), verminderen. Momenteel betreffen dit vijf leden van het koningshuis, alle congresleden en parlementariërs, inclusief die van de autonome regio’s, de rechters, ombudsmannen en mensen van politie-en veiligheidsdiensten. In totaal gaat het om 17.000 personen (1). Spanje is binnen de EU het land met het grootste aantal juridisch onschendbaren.
De term zegt het al: juridisch onschendbaren worden meer beschermd door de juridische macht dan gewone burgers. Wanneer een juridisch onschendbare persoon wordt aangeklaagd, moet hij voor een speciale rechtbank, de Audiencia Nacional verschijnen. Samen met het Hooggerechtshof en het Constitutioneel Hof, is dit één van de hoogste rechtbanken in Spanje. Er is daarom geen beroep mogelijk tegen de besluiten van deze rechtbank mogelijk en deze rechtbank wordt niet door een andere instantie boven of naast zich gecontroleerd. De rechters van deze rechtbank worden aangesteld door de Juridische Hoge Raad, waarvan haar leden direct door de politiek wordt gekozen. Op zichzelf is daar niets mis mee. De aanstelling van de Hoge Raad wordt in Nederland en in vele andere democratische landen gebeurd op een vergelijkbare manier. Het grote verschil in Spanje is echter dat de leden van de Spaanse Hoge Juridische Raad worden gekozen als gevolg van hun politieke verdiensten en niet vanwege hun juridische. Op deze manier ontstond ten tijde van het Franco tijdperk een nest van rechters en een gerechtelijke macht van een Spaans nationalistische politieke signatuur. Nooit heeft men na Franco’s dood schoon schip gemaakt in de procedures en de aanstellingen van de rechters bij de hoogste rechtbanken. Ondanks dat de Europese Raad bij harhaling op dit mankement heeft gewezen en aangedrong op verandering. Dit perverse juridische systeem, zoals de rechtsgeleerde Javier Perez Royo dit noemt, is het gereedschap van de hoogste macht om politieke medestanders te beschermen en politieke tegenstanders uit de weg te ruimen. De bescherming van de leider van de PP, Pablo Cassado is een voorbeeld van het ene, de negen gevangen politici en burgerleiders in Catalonië als gevolg van het referendum is een voorbeeld van het andere.
In de avond van dezelfde dag trok president Sanchez zijn voorstel gedeeltelijk weer in. De koning en politici die aangeklaagd worden vanwege hun overheidstaak (zoals machtsmisbruik en corruptie, het overgrote deel hiervan zijn politici van de PP en PSOE) en de rechters zullen hun onschendbaarheid blijven houden. Het voorstel stelt uiteindelijk dus zeer weinig voor. Een dergelijk belangrijk politiek voorstel als het aanpassen van de grondwet en het binnen zo’n korte termijn weer veranderen, lijkt weinig serieus voor een zichzelf respecterende overheid. Het toont duidelijk de instabiliteit van de regering van Sanchez.
Voor een verandering in de grondwet is een meerderheid van 60% van het Congres voor nodig. Sanchez wist bijvoorbaat dat dit niet gaat gebeuren. De Partido Popular, de tweede partij in het Congres, heeft reeds te kennen gegeven dat zij niet zal instemmen met de grondwetsverandering. Het was dus een onnodige eendagsvlieg van Sanchez (2). Deed hij dit niet puur om alleen stemmen te winnen bij de volgende verkiezingen (hij weet dat zijn regering waarschijnlijk geen lang leven is beschoren), dan was het misschien om de aandacht af te leiden van het andere nieuws van vandaag. Want daar had niemand in Spanje invloed op en zal in zeer ernstige mate haar reputatie schaden. Sanchez wilde met zijn voorstel misschien intern gezichtsverlies besparen.
Noten
(1) Eerst noemde ik in dit artikel een getal van 250.000, welke ik in El Nacional vond. Het editoriaal artikel van ARA noemt vandaag een aantal van 17.000. Ik prefereer de conservatieve benadering. Het betoog blijft echter onveranderd.
(2) Na vele onderhandelingen tussen de politieke partijen werd het voorstel, op dinsdag 18 September, in het Congres voorgesteld en goedgekeurd door PSOE, PP en C’s.