(900 woorden)
Afgelopen 15 juni werden de gemeenteraadsleden van alle dorpen in Valencia, de Baleaarse eilanden en Catalonië geïnstalleerd. Deze kozen vervolgens uit de lijsttrekkers een burgemeester. In de kleine dorpen kiest men geen politieke partijen of kieslijsten, maar direct de personen die in de gemeenteraad komen. De kleine en middelgrote steden wordt weliswaar gestemd aan de hand van kieslijsten, maar de persoonlijke voorkeuren spelen er doorgaans een grote rol. In de middelgrote en grote steden spelen de politieke partijen en ook de landspolitiek een overheersende rol.
Door het politieke conflict over het onafhankelijkheidsstreven van Catalonië, met als gevolg de politieke gevangen, zijn er drie verschillende groeperingen te onderscheiden: de onafhankelijkheidspartijen (met name JxCat, ERC en La CUP), de unionistische partijen ( de Catalaanse socialistische partij PSC, Partido Popular, Ciutadans en Vox), en dan is er daarnaast nog de linkse partij Barcelona en Comú – Podem, de Catalaanse tak van het Spaanse Podemos. Deze partij is ontstaan als gevolg van de financiële crisis en is sterk gericht tegen de gevestigde politieke partijen, het bankwezen en het grote, beursgenoteerde bedrijfsleven (IBEX35). Deze stroming heeft zich nooit voor of tegen de Catalaanse afscheiding willen uitspreken en ziet de politieke wereld enkel verdeeld in links en rechts. Bij de gemeenteraadsverkiezingen vier jaar geleden boekten zij grote winst en in vele steden werd een burgermeester van deze partij aangesteld. In Barcelona werd Ada Colau burgemeester. Daarvoor was zij voorzitter van de burgerbeweging PAH, die er voor strijdt dat huiseigenaren niet uit hun woning worden gezet indien zij drie maanden hun hypotheek niet betalen kunnen. De Spaanse bankenwet is zeer verouderd en sterk in het voordeel van het bankwezen. Gedurende de verkiezingen afgelopen Mei behaalde de anti-bank en anti-IBEX35 burgermeester Colau evenveel zetels voor de gemeenteraad van Barcelona als ERC. Zij kreeg echter 5000 stemmen minder. Het leek er dus op dat de leider van ERC, Ernest Maragall, burgermeester zou worden. De dagen na de verkiezingen begon dit beeld echter te veranderen. Colau weigerde als grootste oppositiepartij en zelfs als coalitiegenoot van ERC mee te regeren. Er kwam een grote Staatsoperatie op gang, aangestuurd vanuit de unionistische, gevestigde en (ultra) rechtse partijen PSOE, PP en Ciutadans om mevrouw Colau in het zadel zouden helpen om maar te voorkomen dat een burgermeester van de onafhankelijkheidsbeweging in Barcelona aan de macht zou komen. De operatie heeft tot gevolg dat de altijd afstandelijke ‘Barcelona en Comú’ / Podem kleur heeft bekend als tegenstander van de onafhankelijkheidsbeweging. Veel stemmers van deze partij zijn diep teleurgesteld omdat Colau de stemmen van de extreem rechtse partij Ciutadans, onder leiding van Manuel Valls en bij uitstek de vertegenwoordiger van de IBEX35 bedrijven is, heeft geaccepteerd om burgermeester te kunnen blijven. Voor de onafhankelijkheidsbeweging is nu heel veel meer duidelijk. Na jarenlang het belangrijkste maatschappelijke debat in Catalonië ontweken te hebben, zelfs toen dit uitliep op een politiek conflict met politiegeweld, rechtsvervolging en politieke gevangenen, blijkt dat ‘Barcelona en Comú’ / Podem kiest voor de unionistische kant.
De politieke partijen voor onafhankelijkheid gingen de afgelopen verkiezingen zeer versnipperd tegemoet. Met name ERC wilde zich als zelfstandige partij presenteren om meer stemmen te kunnen winnen. Zij weigerde daarom om bij de Europese verkiezingen samen op de kieslijst van Puigdemont, JxCAT, te gaan ondanks dat deze had aangeboden om zich als tweede op de kieslijst te presenteren. Daarnaast presenteerden in totaal vijf Catalaanse politieke lijsten en partijen zich voor de gemeenteraadsverkiezingen in Barcelona. Deze versnippering is dus op niets uitgelopen en heeft veel stemmen van de onafhankelijkheidspartijen verloren doen gaan. Het is te hopen dat de Catalaanse politici uit deze gebeurtenissen nu eindelijk eens een les hebben getrokken, want met de veroordelingen van de politieke gevangenen in het zicht is het meer dan noodzakelijk dat zij eensgezind een strategie ontwikkelen.
De aanwezigheid gisteren van de lijsttrekker van JxCAT in Barcelona, Quim Forn, liet nog eens duidelijk de ernst van de situatie zien waarin Catalonië verkeert. Forn werd afgelopen Donderdag vanuit de gevangenis Soto de Reial, nabij Madrid, overgebracht naar de gevangenis Brians in Catalonië. Sinds 4 November 2017 zit hij gevangen en wordt berecht voor het organiseren van het referendum over de Catalaanse onafhankelijkheid op 1 Oktober van dat jaar. Forn was op dat moment minister van BiZA en hoofd van de Catalaanse politie. Afgelopen Vrijdag werd hij onder strenge politiebewaking naar het stadhuis van Barcelona gebracht, waar hij de nodige papieren kon ondertekenen en trouw aan de wet moest beloven om lid te worden van de gemeenteraad. De politiebewaking in en rondom het stadhuis was van dusdanige omvang alsof hij een levensgevaarlijke terrorist is. Gisteren, Zaterdag, herhaalde zich het tafereel. Om zijn voordracht als lijsttrekker op het spreekgestoelte in de vergaderzaal van het gemeentehuis te houden, werden hem de handboeien voor een uurtje afgedaan. Direct na de plenaire vergadering werd hij weer afgevoerd naar de gevangenis. Hij kreeg niet, zoals de andere gemeenteraadsleden, de gelegenheid om zich als nieuw gemeenteraadslid van Barcelona te presenteren bij president Quim Torra. Deze presentatie vond plaats in het Paleis van de Generalitat, op 50 meter afstand aan de andere kant van het plein Sant Jaume. Maar Quim Forn werd de oversteek geweigerd. Het plein stond stampvol met Catalanen om hem te steunen. Vandaag wordt hij weer terug gebracht naar de gevangenis in Madrid in afwachting van de uitspraak van het Hooggerechtshof. De situatie met de politieke gevangenen wordt met de dag meer onacceptabel. De spanningen hierdoor waren met de instellingen van de gemeenteraden en burgermeesters in geheel Catalonië weer eens duidelijk te voelen.