Operatie Copernicus: de Spaanse regering weet van niets

(1900 woorden)

Vicepresidente Sáenz de Santamaría in het nauw
Bij de derde fase in dit gerechtelijk proces is het woord aan de getuigen. Er zijn een 500 getuigen opgeroepen. De eerste die verhoord werd was de Spaanse ex-vicepresidente Sáenz de Santamaría. Zij wist niets af van ‘Operatie Copernicus’, waarmee 6000 man van de Policia Nacional en Guardia Civil vanuit geheel Spanje naar Catalonië werden overgebracht om het referendum tegen te houden. Deze gehele operatie, waaronder de drie cruise schepen waar de Policia Nacional logeerden, kostte de Spaanse belastingbetaler 87 miljoen Euro. Sáenz de Santamaría voelde zich duidelijk op haar gemak bij de ondervragingen van het OM, de landsadvocaat en de volksaanklager VOX. Zij ging er prat op in dat zij nooit heeft toegegeven aan enige onderhandeling over een datum en de voorwaarden voor een referendum in Catalonië. In algemene termen beschuldigde zij de Catalanen van het gepleegde politiegeweld: ‘Iedere Spanjaard heeft dit gezien. Er was een belegering van mensenmassa ‘s onder aandrang van gemeenteraadsleden en gekozen bestuurders’. Haar bravoure verminderde echter bij de vragen door de verdediging. De advocaten vroegen naar specifieke feiten waar zij weinig of geen antwoord op kon geven. Wat was de intentie van Operatie Copernicus? Om de Catalaanse politie bij te staan of om hen te vervangen? Waarom verbrak men op 1 Oktober plotseling de coördinatie met de Mossos d’Esquadra? Waarom gaf men geen gehoor aan het gerechtelijk bevel van het Catalaanse Gerechtshof om proportioneel op te treden en de cohesie van de burgersamenleving intact te laten bij het tegenhouden van het referendum? Waarom is men in de loop van de middag met het politiegeweld gestopt? Waarom heeft de Spaanse regering geen pardon gevraagd aan de bevolking die onder het politiegeweld heeft geleden? Voldeed de politie aan de aanbevelingen van het OCDE (zoals het alleen onder de gordel slaan met de stok)? Ze wist niets van deze operatie en wie verantwoordelijk was om haar en de president te informeren. Vicepresidente Sáenz de Santamaría ontweek de antwoorden en sprak zichzelf op een aantal punten tegen, zoals het aantal gewonden onder de politie en dat de Catalaanse autonomie werd geïntervenieerd vanwege de onafhankelijkheidsverklaring. Later tijdens de ondervraging beweerde zij namelijk dat zij niet wist of de onafhankelijkheidsverklaring in de staatscourant was gepubliceerd en dus juridische gevolgen had. (1) Als vicepresidente was zij hoofd van de Spaanse geheime dienst CNI. Op de vraag van een advocaat of zij vindt dat het CNI niet loyaal is omdat deze geen stembriefjes en stembussen heeft gevonden, antwoordde zij kortaf ‘Nee’. (2)

President Rajoy haalt zijn informatie uit de krant
Na Sáenz de Santamaría was het de beurt van de Spaanse ex-president Rajoy. Bij de ondervragingen door de aanklagers gaf de voorzitter van de rechtzaak, rechter Marchena, hem ruimschoots de gelegenheid om zijn politieke visie uit de doeken te doen, net zoals hij bij de aangeklaagde Catalaanse leiders had gedaan. Ook Rajoy was er trots op dat hij de grondwet en de soevereiniteit van het gehele Spaanse volk had verdedigd tegen een kleine groep ‘opstandelingen’ die een referendum over hun onafhankelijkheid wilden houden. In één van zijn antwoorden verwees hij naar de getuigenis van Sáenz de Santamaría. Deze had hij zojuist had gelezen via een Internetkrant, zo beweerde hij. Het is namelijk tegen de wet dat getuigen met elkaar communiceren over wat er gezegd is in de rechtszaal. Rajoy kan zich geen enkele ontmoeting met de Baskische president Iñigo Urkullu herinneren waarin hij gesproken had over het Catalaanse conflict. Hij zegt dat hij als president vele mensen gezien en gesproken heeft en zich daarom de ontmoetingen met Urkullu niet meer herinnert. Ook wist hij niets met betrekking tot Operatie Copernicus. Hij bemoeide zich nooit met de uitvoering van het politie optreden, ook niet in zijn periode als minister van binnenlandse zaken onder Aznar, maar alleen met de politiek kant. Rajoy vernam het politieoptreden via de Spaanse televisie en zei dat hij die dag alleen met vicepresidente Sáenz de Santamaría, die ook op het presidentiele paleis Moncloa verbleef, telefonisch contact heeft gehad. Bij het zien van de videobeelden in de rechtszaal betreurde hij het politiegeweld en zei dat als het illegale referendum niet had plaats gevonden, dit geweld ook niet was gebeurd. De Spaanse president en vicepresidente kwamen naar het Hooggerechtshof als getuige. Maar gedurende de ondervragingen door de advocaten moesten zij zich steeds meer verdedigen. Marchena onderbrak regelmatig de ondervragingen toen zij door de advocaten onder druk werden gezet. Door de coulante houding van Marchena in het voordeel van Rajoy en door zijn getuigenis, samen met die van de vicepresidente, veranderde hij en zijn regering in de de facto aangeklaagden van deze rechtszaak.

Minister van binnenlandse zaken weet niets van de politieoperatie
Evenals de president en de vicepresidente wist ook de verantwoordelijke minister van binnenlandse zaken, Zoido, weinig of niets af van de politieoperatie Copernicus en het gewelddadig politieoptreden op 1 Oktober. Minister Zoido antwoordde de advocaten doorgaans met: ‘Dat weet ik niet’ of: ‘Ik ben me daar niet van bewust’. De verantwoording van de gehele politieoperatie en het gewelddadig optreden wordt daarmee in de schoenen van de staatssecretaris en het hoofd van de Guardia Civil, de los Cobos, geschoven. De Spaanse regering houdt zich blijkbaar niet met dergelijke technische details bezig die twee miljoen Catalanen en de gehele wereld op 1 Oktober 2017 tot consternatie brachten. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat de Spaanse politici tegenover het Hooggerechtshof liegen of dat zij totaal onverantwoordelijk en ongeschikt zijn om een land te leiden. Achteraf gezien wordt Zoido er op betrapt dat hij in zijn getuigenis gelogen heeft. De openbaar aanklager vroeg hem of hij iets wist over aankoop van wapens door de Catalaanse politie. Zoido antwoordde dat de Mossos eind 2016 een aanvraag hadden ingediend om oorlogswapens te kopen met ‘heel veel’ munitie. De Guardia Civil adviseerde hem toen dat de aankoop van dit soort wapens en de hoeveelheid er van niet nodig was voor de Mossos d’Esquadra. Zoido keurde de aanvraag daarom af. Of er ook granaatwerpers bij waren wist Zoido zich niet meer te herinneren. De huidige Catalaanse minister van binnenlandse zaken en politiek verantwoordelijke voor de Mossos d’Esquadra, Miquel Buch, doet aangifte dat Zoido hiaten in zijn geheugen heeft en de realiteit verdraaid. De Mossos d’Esquadra hadden hun aanvraag onderbouwd dat zij de geweren nodig hadden in hun strijd tegen het terrorisme.

La CUP weigert verhoort te worden door VOX
Na de verhoren van de Spaanse regering was het de beurt van twee ex-parlementsleden van de Catalaanse politieke partij La CUP. Zij weigerden om de vragen van de volksaanklager, de fascistische partij VOX, te beantwoorden. ‘Uit respect voor de democratie, de vreemdelingen en de gelijke rechten van de vrouw weiger ik de vragen van VOX te beantwoorden’, zei Antonio Banyes. Ook Eulàlia Reguant liet zich in vergelijkbare bewoordingen uit. De voorzitter van de rechtbank, Marchena, legde uit dat zij als getuigen wettelijk verplicht zijn om de vragen van alle aanklagers te beantwoorden. Banyes en Reguant hielden voet bij stuk. Zij krijgen daarom een boete van 2500 Euro en lopen het risico op gevangenisstraf. Het is niet te rijmen dat een extreem rechtse politieke partij als VOX de functie als aanklager krijgt in deze politieke rechtszaak. Notabene tijdens een verkiezingscampagne.

Baskische president Urkullu verteld over zijn rol als bemiddelaar
De dag daarna, 28 Februari, werd de president van Baskenland, Urkullu, verhoord. In dit verhoor verklaarde hij dat hij als intermediair (beter gezegd: boodschapper) had opgetreden tussen de toenmalig Spaanse president Rajoy en de Catalaanse president Puigdemont. De laatste had hem hierom gevraagd. Hij vertelde dat hij meerdere ontmoetingen met Rajoy heeft gehad en dat deze iedere onderhandeling voor het houden van een referendum weigerde. Ook weigerde Rajoy op 26 Oktober garantie te geven om de Catalaanse autonomie niet te interveniëren door middel van grondwetsartikel 155 indien Puigdemont vervroegde verkiezingen zou uitschrijven. Urkullu toont aan dat Rajoy halsstarrig ieder overleg weigerde en bovendien zijn overeenkomst met de socialisten al klaar had liggen om de Catalaanse autonomie sowieso te interveniëren.

Partijdigheid van Marchena
In de derde week van de rechtszaak drukt de voorzitter, Marchena, steeds meer zijn stempel. Hield hij in het begin van het proces nog de schijn van onpartijdigheid op, nu wordt zijn partijdigheid steeds meer zichtbaar. De advocaat van Jordi Cuixart, Benet Salellas, wilde bij het verhoor van de verantwoordelijke minister van de Spaanse politie, Zoido, de video ‘s projecteren van het politiegeweld op 1 Oktober in Sant Julià de Ramis, het stemlokaal waar Puigdemont zou gaan stemmen. Maar Marchena liet dit niet toe. Ook de getuigenis van Puigdemont, één van de centrale figuren in deze zaak waar de verdediging om had gevraagd, verbied hij. Terwijl zijn politieke tegenstander, president Rajoy, uitgebreid zijn politieke betoog in de rechtszaal kon houden.

Het imago van Spanje
Aan de hand van verschillende signalen is te merken dat het imago van Spanje als democratische rechtsstaat wegzakt in het moeras.

De Spaanse regering ontkent dat zij op de hoogte was van de politieoperatie Copernicus. Laat staan dat zij er de verantwoordelijkheid voor neemt. Voor zover zij het politiegeweld niet afdoet als fake news van de Catalanen, deze stelling is nauwelijks vol te houden, schuift zij, net zoals de aanklager, de schult op de Catalaanse regering die het referendum had georganiseerd.

Ook het vertrek van de Spaanse minister van buitenlandse zaken naar de EU zou een signaal kunnen zijn dat de propaganda campagne van Global Spain om het imago van Spanje als democratie op te krikken en het politiegeeld als ‘fake news’ van de Catalanen te verkopen, mislukt is.

Ada Colau, de burgermeesteres van Barcelona, heeft zich met haar politieke beweging Barcelona En Comú altijd afzijdig van de Catalaanse afscheidingsbeweging gehouden. Uit politiek winstbejag heeft zij nooit duidelijkheid willen geven over het maatschappelijk debat dat iedere Catalaan bezighoudt en dat tot een diep politiek conflict met de Spaanse staat heeft geleid. Nu verklaarde zij voor het Hooggerechtshof dat er niet elf Catalaanse leiders terecht staan, maar twee miljoen Catalaanse stemmers. Ook vertelde zij dat de materiele schade nihil was vergeleken met een gewone protestbijeenkomst of een algemene staking. Colau kiest na lange tijd schoorvoetend de kant van de winnende partij en is, hoe ironisch, daarmee een goede politieke graadmeter hoe Spanje er voor staat.

Alleen koning Felipe VI deed bij de opening van het World Mobile Congres in Barcelona nog een wanhopige poging. In zijn openingstoespraak verkondigde hij afgelopen week dat Spanje een moderne democratie is met een eerlijke justitie. Maar wie interesseert zich op een telefoon beurs dat nou? Wanneer de koning, net als Borell, zal worden weggestuurd is nog onbekend. Maar ook in Spanje gaan geluiden op dat men het koningshuis steeds minder ziet zitten als het legitiem hoofd van het land.

 

(1) De onafhankelijkheidsverklaring door het Parlement op 27 Oktober 2017 is tot heden toe niet in de Catalaanse staatscourant gepubliceerd en drukt dus alleen een politieke intentie uit, maar heeft geen juridische waarde. Desalniettemin voerde de Spaanse regering de opschorting van de Catalaanse autonomie in onder het mom van grondwetsartikel 155, ontsloeg de Catalaanse regering, ontbond het Parlement en legde nieuwe verkiezingen op, dit alles geheel illegaal tegen dezelfde grondwet in, welke opnieuw door de onafhankelijkheidsbeweging werden gewonnen.

(2) Als vicepresidente van de Spaanse regering beschuldigde zij de Mossos d’Esquadra dat zij niet loyaal aan de grondwet waren omdat zij niets hadden gedaan om het referendum tegen te houden. Zij gebruikte dit argument als reden voor het gewelddadig politieoptreden van de Guardia Civil en Policia Nacional. De Mossos hadden echter zonder gebruik van geweld meer stembussen in beslag genomen dan de Guardia Civil en Policia Nacional samen.


Posted

in

by