De kroongetuige in de rechtzaak tegen de Catalaanse leiders is waarschijnlijk wel het hoofd van de Policia Nacional en de Guardia Civil, kolonel Diego Perez de los Cobos. Van hem moet duidelijk worden wie opdracht heeft gegeven voor het politiegeweld tegen het referendum over de Catalaanse onafhankelijkheid, welke criteria er daarvoor golden, waarom de Spaanse politie corpsen op eigen houtje opereerden en niet met de Mossos d’Esquadra overlegden en waarom dit geweld in de loop van de middag opeens ophield.
Aan het begin van de ondervraging vraagt Marchena naar de naam, beroep en burgerlijke staat van de los Cobos. Maar hij vraagt hem niet of hij ooit in aanraking met justitie is geweest, wat de president van de rechtbank wettelijk verplicht is. De los Cobos is vervolgt geweest voor marteling van de Baskische activist Kepa Urra in 1992, maar werd nooit veroordeeld. Momenteel lopen er gerechtelijke onderzoeken bij de rechtbanken van Barcelona, Sant Carles de la RÃ pita, Girona en Lleida tegen de Spaanse politie eenheden en tegen hem wegens het politiegeweld tijdens het referendum. Hij komt er zelf voor uit dat hij als vrijwilliger bij de Guardia Civil meehielp bij de staatsgreep van 1981, maar is daarvoor nooit beschuldigd.
Bij herhaling beweert de los Cobos de passieve houding van de Mossos d’Esquadra en zegt dat deze de neiging hadden om het referendum toe te laten. Net als de minister van binnenlandse zaken, Zoido, en de staatssecretaris van binnenlandse veiligheid, Nieto, legt de los Cobos met regelmaat de schuld van de passieve houding tijdens het referendum bij het hoofd van de Mossos d’Esquadra, majoor Trapero. Zijn naam laat hij vele malen vallen tijdens de uitgebreide antwoorden aan de openbaar aanklager als iemand waarmee moeilijk valt samen te werken. Het is opmerkelijk dat rechter Marchena hem geen stro in de weg legt bij deze beschuldigingen. Trapero kan zich namelijk niet verdedigen, want er is geen advocaat van hem in de rechtszaal. Daarnaast loopt er wel een aanklacht tegen hem bij het Audiencia Nacional voor rebellie waar hij elf jaar gevangenisstraf voor kan krijgen. De verklaringen van de Los Cobos kunnen Trapero grote schade toepbrengen in die rechtszaak. Het is algemeen bekend dat het succes van de Mossos d’Esquadra bij het oplossen van de terroristische aanvallen op 17 Augustus 2017 in Barcelona en Cambrills kwaad bloed heeft gezet bij de Guardi Civil. Deze laatste speelde een marginale rol daarin en voelde zich duidelijk gepasseerd. De Los Cobos en de minister zoeken nu wraak daarvoor. Waarom Trapero en andere politiefunctionarissen bij het Audiencia Nacional worden aangeklaagd en niet hier bij het Hooggerechtshof, is onduidelijk en bovendien tegen het internationale recht dat een misdaad moet worden berecht in de jurisdictie waar deze heeft plaatsgevonden. Het maakt de verdediging van de aangeklaagde Catalanen en politiefunctionarissen er in ieder geval niet gemakkelijker op. Maar dat is misschien wel juist de bedoeling.
De los Cobos vindt dat het politiegeweld op 1 Oktober met ‘grote zorgvuldigheid’ (‘exquisiet’) en proportioneel werd gebruikt. Hij beweert dat de Policia Nacional en Guardia Civil nooit geweld gebruiken tegen vreedzame burgers. Met ‘Voor de stemlokalen stond een muur van vijandige en gewelddadige mensen’ gebruikt hij exact hetzelfde woordgebruik als in de aanklacht van het OM wordt beschreven. De los Cobos beweert daarnaast dat ouden van dagen en kinderen als schild werden gebruikt, want deze stonden vooraan in de menigten. ‘Een Guardia Civil moest er zelfs een kind verwijderen om het te beschermen.’ Ook zegt hij dat de politie direct tot actie van ontruiming over ging toen zij bij de stemlokalen arriveerden, want ‘er viel niet met deze mensen te praten’. Technisch gesproken konden dit echter geen politiecharges worden genoemd. Het ‘exquisiet proportioneel’ politieoptreden op de dag van het referendum kan in deze 722 video ‘s worden bekeken.
Advocaat Jordi Pina wilde bij de ondervraging van de los Cobos dieper ingaan op het begrip ‘politiecharge’ omdat deze bij hoog en laag beweert dat deze niet waren uitgevoerd. De los Cobos definieert een charge als ‘Het eventueel met geweld leegruimen van een ruimte of het verwijderen van een groep mensen die de toegang van de politie belemmeren of weerstand bieden bij het uitoefenen van hun functie’. Toen Pina hem vroeg of hij daaronder ook verstaat het slaan van mensen met politieknuppels die met de handen omhoog op de grond zitten, greep rechter Marchena in dat deze vraag irrelevant is en verhinderde dat de los Cobos moest antwoorden. Marchena zei dat hiermee de schuldvraag bij de politie wordt neergelegd in plaats dat de onschuld van de aangeklaagden wordt aangetoond. Maar ja, het is het één of het ander. Indien de Catalaanse leiders worden beschuldigd van rebellie met geweld, op straffe van 25 jaar gevangenis, omdat zij het politiegeweld zouden hebben uitgelokt, moet de verdediging de mogelijkheid krijgen om aan te tonen dat dit niet zo is. En in het geval dat zij dit kunnen bewijzen, ligt de oorzaak en de schuld van het politiegeweld dus bij de politie, haar leiding (de los Cobos) en de Spaanse politici. Het Hooggerechtshof werpt bij dit proces allerlei beperkingen voor de verdediging op om dat te voorkomen *. Want met dit proces staat de reputatie van Spanje als een democratische rechtsstaat ter discussie. Rechter Marchena, het Spaans Hooggerechtshof, vormt een cruciaal onderdeel van de Spaanse staat en vertegenwoordigt in dit proces dus haar belangen. Het Hooggerechtshof is daarom per definitie partijdig.
De kroongetuige leverde uiteindelijk weinig duidelijkheid over de gewelddadige rebellie van de aangeklaagde Catalanen. Daarentegen drukt hij zich in algemeenheden uit, ontkent het gewelddadig politieoptreden en spreekt zichzelf vaak tegen. Na drie weken rechtszaak is er nog geen enkel concreet feit genoemd dat op geweld door de Catalanen wijst. Logisch, want de rebellie van de Catalanen bestaat alleen maar in het hoofd van onderzoeksrechter Llarena, zo oordeelde de Duitse rechtbank over de uitlevering van president Puigdemont.
* Getuigen die door de verdediging werden voorgesteld, zoals Scotland Yard, VN commissie leden van de mensenrechten en de hoofrolspelers in deze zaak, koning Felipe VI en president Puigdemont, worden geweigert. Videos van het politiegeweld kunnen niet in de rechtzaal worden getoond en bepaalde vragen mogen door de advocaten niet worden gesteld. Daarnaast hebben de aangeklaagden door hun gevangenschap nihil contact met hun advocaten en kunnen daardoor niet of weinig hun verdediging voorbereiden. De families mogen gedurende de wekenlang durende de hoorzittingen alleen tijdens de lunchpauzes voor slechts10 minuten contact hebben. Zij vermelden dat de lange dagen van de zittingen (soms duren deze 10 uur), de korte nachtrust en de dagelijkse reis van en naar de gevangenis de aangeklaagden fysiek uitputten.