Het is najaar en er valt van alles
Herfst, wintertijd, regen en blaadjes die van de bomen vallen. Vandaag 2 November, de dag dat Spanje een jaar geleden haar laatste gram gevoel voor rechtvaardigheid verloor toen zij Quim Forn en Oriol Junqueras zonder pardon de cel in gooiden. Twee mensen die zich hadden ingezet om op vreedzame manier te doen wat een volk aan hen had gevraagd. Vandaag zitten zij daar een jaar. Driehondervijfenzestig dagen opgesloten in een kerker zonder dat zij iets verkeerds hebben gedaan en nog steeds zonder dat zij voor wat dan ook veroordeeld zijn. Vandaag worden zij officieel aangeklaagd voor rebellie, iets waar de Belgische, Duitse, Zwitserse en Schotse justitie geen brood van lustten en weigerden om hun leider en de andere politci voor dit misdrijf uit te leveren. Omdat in Spanje de scheiding van de machten zo ‘n gewaardeerd goed is, kondigde minister van justitie tevoren aan wanneer de openbaar aanklager haar definitieve aanklacht bekend zou maken. Vandaag, op de trieste verjaardag dat zij gevangen werden gezet, maakt het OM de aanklacht tegen hen en de andere gevangen politieke leiders bekend. Het OM hoefde dit niet te doen. Zij had de tijd tot aanstaande Maandag. Bovendien hebben veel mensen enkele dagen vrijaf in verband met Allerheiligen. Maar de openbaar hoofdaanklager werkt graag door als het om de zaak tegen de Catalanen gaat. Het kwam haar zo zelfs nog beter uit zodat er minder ophef over zou komen en om de overwinning op de Catalaanse politici kracht bij te zetten, uit sarcasme en uit wraak. En zo zijn ook de aanklachten. De volledige lijst van aangeklaagden is hier te vinden. Hieronder bevinden zich de voornaamste leiders.
– De openbaar aanklager klaagt Parlementsvoorzitter Carme Forcadell aan voor rebellie en eist 17 jaar gevangenisstraf en mag 17 jaar geen openbare functie bekleden. Ze ziet haar als sleutelfiguur in de organisatie voor het houden van het referendum. De leden van het bestuur van het Parlement worden beschuldigd van wettelijke ongehoorzaamheid. Tegen hen wordt een boete geëist en zij mogen gedurende 1 jaar en 8 maanden geen publieke functie uitoefenen. Dat geld ook voor het parlementslid Mireia Boya van de La CUP partij.
– Tegen de leiders van de burgerbewegingen ANC en Omnium Cultural, Jordi Sà nchez en Jordi Cuixart, wordt ook 17 jaar gevangenisstraf geëist. Zij worden aangeklaagd voor rebellie en worden beschouwd als de aanstichters van de protestbijeenkomst voor het ministerie van Economische zaken op 20 September 2017 waarbij de Guardia Civil verhinderd werd om huiszoeking te doen.
– Majoor Trapero, het hoofd van de Catalaanse politie Mossos d’Esquadra, en de top van het politiecorps worden aangeklaagd voor rebellie en de openbaar aanklager eist 11 jaar gevangenisstraf. De aanklacht is dus zwaarder dan waar de rechter van het Audiencia Nacional, Lamela, hem wilde beschuldigen. Dit is nooit eerder vertoond. Spanje vergeeft nooit zijn voorbeeldige en efficiënte actie bij het opsporen en uitschakelen van de terroristische bende na de aanslagen van vorig jaar zomer. Catalonië liet toen zien dat zij perfect als onafhankelijke staat kan functioneren, ook als het gaat om veiligheid en nationale rampen.
– Tegen vicepresident Oriol Junqueras wordt 25 jaar gevangenisstraf geëist wegens rebellie. Voor de ministers vraagt het OM 16 jaar. Zij mogen nooit meer een openbare functie bekleden.
De Catalaanse leiders worden beschuldigd van rebellie terwijl het OM vind dat zij geen militair gewapend geweld hebben gebruikt, wat de wet voorschrijft om daarvoor te worden aangeklaagd. Ze worden dus aangeklaagd voor een misdaad die volgens de Spaanse wetgeving niet eens bestaat, maar kunnen er wel 11 tot 25 jaar gevangenisstraf voor krijgen. In totaal gaat het om 20 personen die worden aangeklaagd waarbij meer dan 200 jaar gevangenisstraf wordt geëist. De aanklacht bevat beschuldigingen zonder dat bewijsmateriaal wordt aangevoerd. Zo wordt beweerd dat de politici overheidsgeld zouden hebben misbruikt voor het referendum. Maar de onderzoeksrechter Llarena heeft na een jaar spitten niets kunnen vinden. Zelfs de Spaanse regering van Rajoy ontkent geldmisbruik, want de Catalaanse overheid stond onder streng financieel toezicht. De beschuldigingen en de eisen van de openbaar hoofdaanklager zijn dus ongefundeerd.
De aanklacht van de staatsadvocaat werd gisteren, 1 November, bekend gemaakt. Hij beschuldigd de Catalaanse leiders van opruiing en van misbruik van overheidsgeld. Weliswaar is de aanklacht van opruiing lichter dan rebellie, maar er staat nog steeds maximaal vijftien jaar gevangenisstraf voor en de aanklacht is zwaarder dan zij in eerste instantie had aangegeven. De staatsadvocaat staat meer onder directe invloed van de Spaanse regering dan de openbaar hoofdaanklager. Waarschijnlijk zijn lichtere aanklachten ten opzichte van de openbaar aanklager een gevolg van de invloed van de Spaanse president Pedro Sánchez om de Catalanen ‘tegemoet te komen’. Daarover hieronder meer.
Beide aanklachten hebben allesbehalve te maken met justitie, maar alles met wraak, met `A por ellos’ (`Tegen hen’), de strijdkreet die men in de burgeroorlog gebruikte en de politie toen zij het referendum neerknuppelden. Het gevoel van onwaardigheid om valselijk aangeklaagd te worden voor deze zware misdrijven is onbeschrijfelijk. In eerste plaats natuurlijk voor de betrokken gevangenen en hun families. Maar ook voor de Catalanen die op hen gestemd hebben en op de dag van het referendum de stembussen met eigen lijf hebben verdedigd. Dit is niet alleen een aanklacht tegen een klein groepje politici, die voor het gemak door de Spaanse justitie een `criminele organisatie’ wordt genoemd. Dit is een aanklacht tegen het gehele Catalaanse volk dat deze mensen gekozen heeft. En zo wordt dat ook gevoeld.
Een verkeken kans
De Catalaanse politieke partijen hadden de PSOE socialist Pedro Sánchez een kans gegeven. Zij hadden zijn motie van wantrouwen tegen de PP president Rajoy gesteund. In ruil daarvoor vroegen zij hem dat hij een verzoeningsgebaar zou maken naar de politieke gevangenen en het politieke conflict zou helpen op te lossen door met onderhandelingen te beginnen. Het heeft niet geholpen. Sánchez maakte geen gebaar en stelde zich niet open voor bilaterale onderhandelingen met Catalonië. In woorden lijkt de PSOE minister verschillend op zijn voorganger. Na zijn aanstelling als president was hij duidelijk redelijker in zijn taalgebruik, meer tegemoetkomend en meer open voor overleg. Maar in zijn daden is hij niet van Rajoy te onderscheiden. Hij weigerde ieder overleg over een nieuw referendum voor de zelfbeschikking van de Catalanen. Hij kon aan de Openbaar hoofdaanklager, welke onder direct toezicht van het ministerie van justitie staat, vragen om de aanklacht van oproer tegen de politieke gevangenen, waarvan iedereen weet dat die totaal nergens op slaat, in te trekken. Maar hij heeft dat niet gedaan. De aanklacht van de staatsadvocaat voor opruiing is blijkbaar het maximale bod wat Pedro Sánchez wilde doen. Hij bereikte zelfs het morele dieptepunt om zijn coalitiepartner naar de gevangenis te sturen en te onderhandelen met de gevangen politici over de jaarbegroting. Vragen aan de politici die hij zelf gevangen houdt voor een gunst in ruil voor niks. Sánchez heeft iedere mogelijkheid van overleg getorpedeerd. De Catalaanse partijen zullen nu voet bij stuk houden. Hij mag elders steun voor zijn begroting zoeken. Lukt dat niet, dan zal dit met grote waarschijnlijkheid, maar niet noodzakelijk, tot vervroegde verkiezingen leiden. We wensen buurland Spanje veel succes met haar politieke chaos. Want mentaal voelt men zich hier in Catalonië allang niet meer bij dit land horen dat de titel democratische rechtsstaat onwaardig is.
De gang van het gerechtelijk proces
De advocaten hebben vanaf volgende week Maandag veertien dagen de tijd om aan-en opmerkingen over de aanklacht te maken. Daarna maakt het Hooggerechtshof bekend dat de hoorzittingen kunnen beginnen *. Met alle waarschijnlijkheid zal dat ergens in Januari zijn. Men verwacht dat deze hoorzittingen twee à drie maanden zullen duren. Aangezien men het proces zo kort mogelijk wil houden, zullen de zittingen zowel ‘s-morgens als ‘s-middags gedurende de volle werkweek plaats vinden. In tegenstelling tot wat gebruikelijk is waar alleen ‘s-morgens gedurende vier dagen per week de hoorzittingen plaats vinden. De middagen en de Vrijdag worden gewoonlijk door de advocaten gebruikt om met hun cliënten te overleggen over de te volgen strategie. Deze mogelijkheid is in de zaak tegen de politieke gevangenen uitgesloten. De uitspraak zal rond Mei vallen. Het Hooggerechtshof heeft reeds te kennen gegeven dat de uitspraak in ieder geval na de Spaanse gemeenteraadsverkiezingen zal vallen om deze niet te beïnvloeden. Maar het is geen politiek proces, dat niet.
De condities van de gevangenen
De vooruitzichten voor de politici en de burgerleiders gedurende de hoorzittingen zien er weinig rooskleurig uit. Zij zullen eerst worden verplaatst van de gevangenissen in Catalonië naar de gevangenissen nabij Madrid. Dit is een reis van ruim 500 kilometer in een geblindeerd busje. Waarschijnlijk zal een tussenstop in een gevangenis halverwege worden gemaakt, daar zo ‘n reis zeer uitputtend voor de gevangenen is. Zij zitten geboeid met de handen voor zich (hoewel Junqueras ook met de handen op de rug en zonder veiligheidsriemen om werd vervoerd), en hebben geen uitzicht naar buiten over de veelal kronkelige wegen en bochten. Eenmaal in de gevangenis bij Madrid, zullen zij gedurende de hoorzittingen ‘s-morgens vroeg rond vijf uur gewekt worden om op tijd in de rechtbank te kunnen zijn en worden vervolgens in eenzelfde busje naar de rechtbank vervoerd. Deze rit duurt ruim een uur. Aangezien het gerechtshof geen eigen cellen heeft, zullen zij er in de buurt gescheiden van elkaar ieder in een kleine cel, waar alleen een toilet aanwezig is, moeten wachten totdat zij met eenzelfde busje worden opgehaald om voorgeleid te worden. Zij zullen dus in de meest slechte condities voor de rechter verschijnen: vermoeid door het slaaptekort, gedesoriënteerd, nog wagenziek van de autorit en zonder dat zij hebben kunnen praten met hun advocaten. Alles wat zij op dat moment zullen zeggen zal bepalend zijn voor de komende dertig jaar van hen zelf en hun families. Één van de gevangen politici vergeleek dit met een mondeling examen dat alles bepalen zal voor zijn toekomst. Tussen de middag zullen zij in hun cel een sandwich te eten krijgen krijgen, terwijl hun advocaten ergens in de stad vlakbij het gerechtsgebouw hun maaltijd in alle haast moeten genieten om op tijd weer bij de middagsessies te kunnen zijn. Na de rechtszittingen zullen de gevangen politici en burgerleiders naar de gevangenissen nabij Madrid worden teruggebracht en zullen daar rond tien uur ‘s-avonds arriveren, ruim nadat het avondeten in de gevangenis is opgediend. Dit zal zo twee maanden lang duren, dag in dag uit met enkel de weekenden als moment van rust, voor overleg met de advocaten en voor familiebezoek. Zo ziet de nabije toekomst van de politieke gevangenen er uit omdat Sánchez geen enkele wil heeft getoond om de Catalaanse politici tegemoet te komen. Hij kon de openbaar hoofdaanklager vragen om hun voorlopige hechtenis op te heffen. In dat geval zouden de condities waarin zij voor de rechter moeten verschijnen totaal anders zijn geweest.
Tot slot
Deze zaak zal voor de toekomstige generaties juristen tot leerstof dienen hoe een rechtszaak juist niet moet worden uitgevoerd. Gezien het gerechtelijk vooronderzoek en de aanklacht, vol met verdraaiingen van de realiteit, regelrechte onwaarheden en veronderstellingen in plaats van voldongen feiten, samen met een gerechtelijke procedure vol met fouten en ongeregeldheden die de Belgische aanklager zelfs weigerde in behandeling te nemen, heeft deze zaak weinig of niets meer met een rechtszaak van doen, maar alles met de Spaanse inquisitie. Het maakt niet uit welke tegenbewijzen de advocaten zullen aanvoeren of wat de aangeklaagde politici en burgerleiders zullen zeggen. Hoewel het vonnis nog niet is opgeschreven, het is reeds geveld.
* Hoogleraar en grondwetdeskundige Javier Pérez Royo en een honderdtal andere juristen vragen zich af of de rechtszaak sowieso wel kan plaats vinden zonder dat de hoofdverantwoordelijke, president Carles Puigdemont, aanwezig is. Deze werd door de Duitse justitie niet aan Spanje uitgeleverd omdat hij geen geweld gebruikt had. Indien de leider werd vrijgesproken van oproer of opruiing, is het onmogelijk dat zijn ministers, die hiërarchisch onder de president staan, wel hiervoor worden berecht. Het Hooggerechtshof heeft hiervoor reeds een oplossing gevonden: vicepresident Junqueras zou zich hiërarchisch op hetzelfde niveau in de criminele organizatie bevinden als president Puigdemont. Een zoveelste verdraaiing van de realiteit die gewoonweg onhoudbaar is.