Een jaar van Spaanse schande en onrechtvaardigheid

(1571 woorden)

Inleiding
Op dinsdag 16 Oktober 2018, zitten de leiders van de burgerbewegingen ANC en Omnium Cultural, Jordi Sànchez en Jordi Cuixart EEN JAAR LANG gevangen in afwachting op hun proces. Zij worden beschuldigd van tumult en oproer. De aanleiding van hun aanklacht is de spontane en vreedzame protestmanifestatie op 20 September 2017, waar ikzelf getuige was dat er van geweld of iets van dien aard absoluut geen sprake is geweest. De advocaat van Cuixart, Àlex Solà, meldt dat vanaf het begin van het gerechtelijk onderzoek grote juridische ongeregeldheden hebben plaats gevonden, zoals dat in gerechtelijke termen heet. Nu het onderzoek nagenoeg is afgerond en het rapport van onderzoeksrechter Llarena in handen is van de advocaat, maakt Solà bekend dat in het gerechtelijk onderzoek met geen woord wordt gesproken over de uitspraak van de rechtbank van Sleeswijk-Holstein die weigerde om president Puigdemont aan Spanje uit te leveren wegens oproer. Ook zegt hij dat er 51 dozen met informatie van de Catalaanse politie, de Mossos d’Esquadra ontbreken, en de verklaringen van beide Jordi’s zelf. Indien het proces inderdaad plaats zal vinden, is het bijvoorbaat duidelijk dat deze rechtszaak een grote farce is en niets met justitie heeft te maken. Advocaten van de andere politieke gevangenen melden dat hun verdediging sterk wordt bemoeilijkt. Veel documenten die zij tot hun beschikking behoren te hebben, zoals verhoren, getuigenverslagen en bewijsmateriaal zijn niet of moeilijk op het informatie systeem van de rechtbank te vinden of de geschreven teksten komen niet overeen met de verhoren van hun cliënten.

Vandaag, 15 Oktober, heeft Amnestie International nogmaals hun directe vrijlating geëist. De organisatie ziet geen enkele rechtvaardiging in hun voorlopige hechtenis.

De politieke gevangenen
Hier volgt de lijst van de gevangenen als direct gevolg van het onafhankelijkheidsproces in Catalonië. Alle gevangenen en nagenoeg alle ballingen worden beschuldigd van rebellie of oproer en van lidmaatschap van een criminele organisatie of samenwerking daarmee.

– Jordi Sànchez, leider van de burgerbewegingen Assemblea Nacional Catalana (ANC). Gevangen sinds 16 Oktober 2016

– Jordi Cuixart, leider van de burgerbewegingen Omnium Cultural. Gevangen sinds 16 Oktober 2016. Beide Jordi’s worden beschuldigd van oproer en opruiing voor het protest van 20 September 2017 voor het ministerie van Economische Zaken. Zij worden tevens gezien als collaborateurs van een criminele organisatie.

– Carme Forcadell, voorzitster van het Catalaanse Parlement. Zij zit sinds 23 Maart 2017 gevangen en wordt beschuldigd van wettelijke ongehoorzaamheid vanwege het toelaten van het Parlementaire debat op zes en zeven September over de referendumwet en de juridische overgangswet.

– Quim Forn, minister Binnenlandse Zaken. Sinds twee November 2017 zit hij gevangen. Als politiek hoofd van de Mossos d’Esquadra zou hij te weinig hebben gedaan om het referendum tegen te houden.

– Oriol Junqueras wordt als vicepresident beschuldigd van de illegale financiering van het referendum. Samen met Quim Forn zit hij sinds twee November 2017 gevangen in afwachting op zijn proces.

– Raul Romeva was minister Buitenlandse Zaken. Op twee November werd hij gevangen gezet en na betaling van een borg weer vrij gelaten. Op 23 Maart werd hij opnieuw gevangen gezet.

– Dolors Bassa was minister van arbeid en sociale zaken. Zij zit gevangen sinds 23 Maart. In eerste instantie kwam zij na een borgtocht na haar gevangenneming op twee November 2017 vrij.

– Josep Rull was minister van territoriale zaken en duurzaamheid. Hij zit sinds 23 Maart gevangen.

– Jordi Turull was hoofd van het presidentieel bureau en regeringswoordvoerder. Na zijn eerste gevangenschap op twee November 2017 werd hij vrijgelaten na het betalen van zijn borg. Sinds 23 Maart zit hij opnieuw gevangen. Dit was de dag nadat hij zich als president in het Parlement had gepresenteerd, maar niet de absolute meerderheid haalde. Op 24 Maart zou het parlement opnieuw stemmen over zijn presidentschap, waar in dat geval een gewone meerderheid nodig zou zijn geweest om hem president te maken. Door zijn gevangenneming ging deze Parlementaire zitting niet door en was het presidentschap voor Turull van de baan. Hiermee was hij, na Puigdemont en Sànchez, de derde presidentskandidaat die door de onderzoeksrechter Llarena werd tegengehouden. Onlangs wist de Catalaanse publieke omroep beslag te leggen op de geluidsbanden met zijn verhoor. Daarin verklaart Turull tegenover Llarena dat het bij zijn tweede gevangenneming voor hem overduidelijk is dat hij vanwege politieke motieven van zijn vrijheid wordt berooft. Hij onderbouwt zijn overtuiging omdat er geen nieuwe feiten bekend zijn geworden, hij zich al die tijd aan de wet heeft gehouden en zich wekelijks bij de politie heeft gemeld, zoals hem was opgedragen. De enige reden dat hij niet vrij is, zo beweert hij, is om te voorkomen dat hij president wordt. Ook zegt hij niet in te gaan op de ‘uitnodiging’ van Llarena om afstand te doen van zijn politieke overtuiging voor een onafhankelijk Catalonië.

Personen in ballingschap
– Carles Puigdemont week na het verklaren van de Catalaanse Republiek op 27 Oktober uit naar België. Als president van de Catalaanse regering wordt hij beschuldigd leider van een criminele organisatie te zijn die rebellie, een gewapende opstand tegen de gevestigde orde, heeft gepleegd door het houden van een referendum. De Belgische openbare hoofdaanklager weigerde echter het Europese arrestatie-en uitleveringsbevel in behandeling te nemen vanwege de vele procedurefouten. Rechter Llarena trok daarop de uitleveringsaanvragen tegen alle politici in. Nadat de Europese uitleveringsbevelen door de Spaanse onderzoeksrechter waren ingetrokken, reisde Puigdemont door Europa om bekendheid te geven aan de Catalaanse zaak. Tijdens zijn bezoek aan Finland werd opnieuw een arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd en werd hij in Duitsland op zijn terugweg gearresteerd. De rechtbank van Sleeswijk-Holstein wilde hem echter alleen uitleveren voor mogelijk misbruik van overheidsgeld, maar niet voor de beschuldiging van rebellie. Llarena trok vervolgens opnieuw alle uitleveringsbevelen weer in. Zijn arrestatiebevel in Spanje, en dat van zijn ministers, is echter nog steeds van kracht.

– Clara Ponsatí week na de verklaring van de Catalaanse Republiek uit naar Schotland en nam daar haar oude baan als hoogleraar economie bij de universiteit van St Andrews weer op. Zij was minister van onderwijs in de regering van Puigdemont en wordt beschuldigd van oproer vanwege het gebruik van enkele scholen als stemlokaal voor het referendum.

– Toni Comín week samen met Puigdemont uit naar België. Hij was minister van gezondheidszorg en wordt beschuldigd wegens oproer en lidmaatschap van de criminele organisatie.

– Lluís Puig week samen met Puigdemont uit naar België. Hij was minister van kunst en cultuur en wordt beschuldigd wegens oproer en lidmaatschap van de criminele organisatie.

– Meritxell Serret week samen met Puigdemont uit naar België. Zij was minister van landbouw en visserij en wordt beschuldigd wegens oproer en lidmaatschap van de criminele organisatie.

– Anne Gabriel is parlementslid van de politieke groepering La CUP. Sinds de zomer van 2018 verblijft zij in Zwitserland omdat zij geen verklaring voor het Hooggerechtshof wil afleggen vanwege. Zij wordt beschuldigd van wettelijke ongehoorzaamheid.

– Marta Rovira, fractievoorzitter JxSí en week in Augustus 2018 uit naar Zwitserland. Zij wordt beschuldigd voor opruiing.

Andere vervolgden
Deze lijst vormt echter maar de top van de ijsberg. Naast deze gevangenen en de uitgeweken politici zijn er meer dan duizend politici en burgers die gerechtelijk vervolgd worden in verband met het referendum. Onder hen bevinden zich 712 burgermeesters, Josep Lluís Trapero van de Mossos d’Esquadra (bekend van zijn adequaat handelen na de terroristische aanslagen in Barcelona en Cambrills), omdat hij te weinig (hardhandig) zou hebben ingegrepen om het referendum te stoppen. Een tiental leraren en leraressen die het politiegeweld van 1 Oktober in de klas met de kinderen en jongeren bespraken. Een clown en tevens gemeenteraadslid, Jordi Pesarrodona, die met zijn neus op naast een Guardia Civil op wacht ging staan tijdens een huiszoeking wordt beschuldigd van zware wettelijke ongehoorzaamheid. Een garage technicus die weigerde om een auto van de Guardia Civil te repareren na de gebeurtenissen van 1 Oktober. Een jonge vrouw, Tamara Carasco, die haar dorp niet verlaten mag, zelfs niet om haar zieke moeder te bezoeken, omdat zij uit protest een weg had geblokkeerd.

Naast de aanklacht van lidmaatschap van een criminele organisatie of rebellie, gaat het in veel gevallen om een aanklacht van haatzaaien tegen de politie (1). De schendingen van fundamentele mensenrechten in Spanje blijft niet beperkt tot het Catalaanse conflict. Een geval is de rapper Valtònyc die naar België uitweek om drieënhalf jaar gevangenisstraf te ontlopen wegens zijn kritiek op het koningshuis in zijn liedjes. De Belgische justitie beraadt nog over zijn uitlevering. Voorlopig is hij op vrije voeten omdat de rechtbank van Gent vind dat zijn tekst onder de vrijheid van meningsuiting valt en geen aanzet tot terrorisme is. Op zes November doet zij uitspraak over zijn uitlevering.

Persoonlijke opmerking tot slot
De hierboven objectieve, verifieerbare feiten die worden vermeld, kunnen volgens mijn bescheiden, subjectieve mening slechts leiden tot één conclusie. Om een einde te maken aan deze nachtmerrie van onrechtvaardig gevangenen en vervolgden, veroorzaakt door een tot op het bot verziekt en onverbeterbaar juridisch systeem, onder leiding van een club partijdige, corrupte geestelijk gestoorden die de titel ‘rechter’ onwaardig zijn (2), is maar op één manier mogelijk: een verandering van jurisdictie, oftewel de oprichting van een onafhankelijke Catalaanse rechtsstaat.

Nawoord
Tijdens het schrijven van dit artikel werd bekend dat het hoofd van de Mossos d’Esquadra, majoor Trapero, wordt aangeklaagd wegens oproer, rebellie en wettelijke ongehoorzaamheid. De huidige Catalaanse minister van Binnenlandse Zaken, Miquel Buch, en ex-burgemeester Neus Lloveras moeten voor het Hooggerechtshof van Catalonië een verklaring afleggen. Zij worden in staat van beschuldiging gesteld wegens wettelijke ongehoorzaamheid voor het steunen van het referendum. Op dat moment waren zij de leiders van de Vereniging van Gemeenten voor Onafhankelijkheid (AMI). Het ziet er daarom sterk naar uit dat er meer politieke gevangenen zullen volgen.

Voetnoten
1. Het zaaien van haat kan volgens de Spaanse strafwet alleen tegen etnische minderheden vanwege geloof, ras, afkomst, seksualiteit en dergelijke. Een politiecorps valt niet in deze categorie. Daarom is het juridisch niet mogelijk om hiertegen te worden aangeklaagd voor het zaaien van haat. Tóch is dit een door Spaanse rechters wijdverbreide praktijk. Hiermee wordt nogmaals aangetoond dat het rechtssysteem als pressiemiddel wordt gebruikt.

2. Ex-minister van justitie van het autonome gebied Baskenland, Joseba Azkarraga, zei afgelopen Zaterdag in het TV3 programma FAQS dat Llarena geen rechter genoemd kan worden. Er zijn volgens hem politieke gevangenen als gevolg van samenspanning en corruptie door de Spaanse justitie.


Posted

in

by

Tags: